OPMERKING:
De
grafieken
verduidelijking. Uw machine kan iets anders zijn. De
werkelijke vorm heeft de overhand.
Bedrading van de buitenunit
WAARSCHUWING
Voordat u elektrische of bedradingswerkzaamheden uitvoert,
moet u de hoofdstroom naar het systeem inschakelen.
1.
Bereid de kabel voor op aansluiting
a.
Je moet eerst de juiste kabelmaat kiezen. Zorg ervoor
dat u H07RN-F-kabels gebruikt.
Minimaal dwarsdoorsnede van de stroom- en signaalkabels
(ter referentie)
Nominale stroom van het
toestel (A)
> 3 en ≤ 6
> 6 en ≤ 10
> 10 en ≤ 16
> 16 en ≤ 25
> 25 en ≤ 32
> 32 en ≤ 40
◀ Pagina 36 ▶
dienen
alleen
ter
Nominale dwarsdoorsnede
(mm² )
0,75
1
1,5
2,5
4
6
KIES DE JUISTE KABELMAAT
De grootte van de voedingskabel, de signaalkabel, de
zekering en de benodigde schakelaar wordt bepaald door de
maximale stroom van het apparaat. De maximale stroom
wordt aangegeven op het typeplaatje op het zijpaneel van het
apparaat. Raadpleeg dit typeplaatje om de juiste kabel,
zekering of schakelaar te kiezen.
OPMERKING: In Noord-Amerika dient u de juiste
kabelmaat te kiezen volgens de minimale stroomsterkte die op
het typeplaatje van de unit staat aangegeven.
b.
Verwijder met behulp van draadstrippers de rubberen
omhulling van beide uiteinden van de signaalkabel om
ongeveer 15 cm (5,9") draad te onthullen.
c.
Strip de isolatie van de uiteinden.
d.
Gebruik een draadkrimper, krimp u-stekkers aan de
uiteinden.
OPMERKING: Volg bij het aansluiten van de draden strikt
het bedradingsschema dat zich aan de binnenkant van het
deksel van de elektriciteitskast bevindt.