6.6 STOPPEN
Om de machine te stoppen, dient men:
1. plaats het versnellingscommando in de
stand voor minimaal toerental "schildpad";
Om een ontploffing in de knalpot
te vermijden dient u de gashendel, 20
seconden voordat u de motor afzet,
in de stand «schildpad» te laten.
2. de motor uitschakelen door de
sleutel in de stop-stand te zetten;
3. wanneer de motor uitgeschakeld
is, de brandstofkraan (afb. 24.A)
openen (indien voorzien);
4. de sleutel verwijderen
BELANGRIJK Om de lading van de accu
in stand te houden, wordt de sleutel niet in
de stand «draaien» of «koplampen aan»
gelaten wanneer de motor niet aanstaat.
De motor kan onmiddellijk na
het uitschakelen zeer warm zijn. Raak
de knalpot of de delen ernaast niet
aan. Gevaar op brandwonden.
6.7 NA HET GEBRUIK
1. Laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
2. Reinig de machine (par. 7.4).
3. Breng de snij-inrichting omlaag, zet
in vrije stand en schakel de handrem
in, stop de motor en verwijder de
sleutel, (verzeker u ervan dat alle
bewegende delen volledig stil staan):
– elke keer wanneer men de machine
onbewaakt laat, de bestuurdersplaats
verlaat: of de machine parkeert.
7. GEWOON ONDERHOUD
7.1
ALGEMEEN
De veiligheidsnormen die in
acht genomen moeten worden, zijn
beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen
ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke controle,
reiniging of ingreep voor onderhoud/
afstelling op de machine uit te voeren:
• schakel de snij-inrichting uit;
• zet de machine in vrije stand;
• trek de handrem aan;
• schakel de motor uit;
• verwijder de sleutel, (laat de sleutel
nooit op de machine zitten, of laat deze
niet binnen het bereik van kinderen
of niet geschikte personen);
• verzeker U ervan dat alle bewegende
delen volledig stilstaan;
• lees de desbetreffende instructies;
• Draag geschikte kledij,
werkhandschoenen en een
beschermende bril.
• De frequenties en de soorten ingrepen zijn
samengevat in de "Tabel Onderhoud". Het
doel van de tabel is om uw machine een
optimale conditie te laten behouden. Hierin
staan de voornaamste ingrepen en de tijden
waarop ze uitgevoerd moeten worden. Voer
de desbetreffende handeling uit in functie
van de eerstkomende vervaldatum.
• Het gebruik van niet originele of niet correct
gemonteerde wisselstukken en toebehoren
kan negatieve gevolgen hebben op de
werking en de veiligheid van de machine.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af
in geval van schade, letsels of ongevallen
veroorzaakt door die producten.
• De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstcentra en wederverkopers.
7.2 BRANDSTOF BIJVULLEN / LEDIGING
BRANDSTOFRESERVOIR
OPMERKING Het type van brandstof
dat gebruikt moet worden is aangegeven
in de handleiding van de motor.
BELANGRIJK De machine wordt aan
de gebruiker geleverd zonder brandstof.
Volg alle aanwijzingen die in de handleiding
van de motor staan aangegeven.
7.2.1 Bijvullen
Om brandstof bij te vullen:
1. Draai de dop van het reservoir los
en verwijder hem (afb. 25).
2. Plaats de trechter (afb. 25).
3. Vul brandstof bij zonder het
reservoir volledig te vullen.
4. Verwijder de trechter.
5. Schroef de dop van het brandstofreservoir
na het bijvullen goed dicht en
reinig eventuele lekken.
NL - 17