Algemene veiligheidsmaatregelen
NL
• Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
• Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte aan een
regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan
BE
de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf "Plaatsing".
• Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens symbolen in de
gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan.
• Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis.
• Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in
overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met
regen of onweer.
• Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte handen of voeten.
• Het apparaat dient gebruikt te worden om voedsel te bereiden.
Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze handleiding beschreven staan.
Elk ander gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te
beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op
warme delen van de oven terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand "●"/"○" staan als de oven niet
wordt gebruikt.
• Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken
maar door de stekker zelf beet te pakken.
• Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog
in het stopcontact zit.
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de
kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders
of de elektrische platen nog warm zijn.
• Laat de elektrische plaat niet werken als er geen pannen op staan.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen
inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen
of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat,
tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
• Het apparaat is niet geschikt om te worden ingeschakeld m.b.v. een
externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke
normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van Electrische
en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke
electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo
het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de "afvalcontainer met een kruis erdoor"
herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt,
het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor
informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
62
Energiebesparing en milieubehoud
• Bereid uw etenswaren in afgesloten potten of pannen met goed passende
deksels en gebruik zo weinig mogelijk water. Koken zonder deksel zal het
energieverbruik enorm verhogen.
• Gebruik enkel vlakke potten en pannen.
• Als u iets bereidt dat lang duurt, kunt u eventueel een snelkookpan
gebruiken die twee maal sneller werkt en een derde van de energie
bespaart.
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Het oppervlak van de kookplaat reinigen
• Alle geëmailleerde en glazen onderdelen moeten met warm water en een
neutrale oplossing gereinigd worden.
• Er kunnen vlekken op roestvrijstalen oppervlakken ontstaan indien
deze te lang worden blootgesteld aan kalkrijk water of aggressieve
reinigingsmiddelen. Eventueel gemorste eten (water, saus, koffie, etc.)
dient verwijderd te worden voordat dit opdroogt.
• Reinig met warm water en een neutraal reinigingsmiddel en droog
vervolgens met een zachte doek of zeemleer. Verwijder ingebakken vuil
met specifieke reinigingsmiddelen voor roestvrijstalen oppervlakken.
• Reinig roestvrijstaal alleen met een zachte doek of spons.
• Gebruik geen schurende of bijtende products, reinigingsmiddelen op
chloorbasis of schuursponsjes.
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Gebruik geen brandbare producten.
• Laat geen zure of basische stoffen, zoals azijn, mosterd, zout, suiker of
citroensap op de kookplaat achter.
De onderdelen van de kookplaat reinigen
• Reinig geëmailleerde en glazen alleen met een zachte doek of spons.
• Roosters, branderkappen en branders kunnen voor reiniging verwijderd
worden.
• Reinig ze handmatig met warm water en een niet-bijtend reinigingsmiddel,
verwijder eventuele voedselresten en controleer dat er geen
branderopeningen verstopt zijn.
• Afspoelen en drogen.
• Breng de branders en branderkappen weer correct in de betreffende
behuizingen aan.
• Zorg bij het terugplaatsen van de roosters dat het pannensteungedeelte
in lijn is met de brander.
• Bij modellen die zijn uitgerust met elektrische ontstekingspluggen
en een veiligheidsvoorziening moet het uiteinde van de plug grondig
schoongemaakt worden voor een correcte werking. Controleer deze items
regelmatig en reinig ze indien nodig met een vochtige doek. Eventueel
ingebakken voedsel moet met een tandenstoker of naald verwijderd
worden.
! Om beschadiging van de elektrische ontstekingsinstallatie te
voorkomen, dienen deze niet gebruikt te worden wanneer de branders
zich niet in hun behuizing bevinden.
! Om het oppervlak van de kookplaat te reinigen dient u eerst de roosters
te verwijderen. Dankzij het ondersteuningssysteem is het voldoende de
roosters op te tillen en vast te houden of ze te draaien totdat ze op de
achterzijde kunnen rusten.