10. Reinig de kookpan grondig, om eventuele fabricageresten te verwijderen.
11. Dan kunt u het apparaat gebruiken.
BEDIENEN
Let erop dat u het apparaat uitsluitend op een droge, effen en veilige plaats neerzet en
houd voldoende afstand tot andere voorwerpen aan.
Houd u aan de aangegeven minimale en maximale vulhoeveelheden (markeringen in
kookpan), om schade aan het apparaat te vermijden en te voorkomen dat het eventueel
overkookt.
Raak het apparaat, zolang het heet is, uitsluitend aan m.b.v. pannenlappen of een
soortgelijke bescherming en ook alleen maar aan de handgrepen!
1. Doe de benodigde hoeveelheid water of andere vloeistof in de kookpan.
2. Maak de pan niet te vol, zodat hij niet kan overkoken. Houd u bovendien aan de MIN-
markering. U mag nooit minder vloeistof in de pan doen dat tot aan deze markering. Als
zich te weinig vloeistof in de kookpan bevindt, raakt het reis-kooktoestel oververhit en kan
het beschadigd raken.
3. Sluit de kookpan met het deksel, om energie en tijd te besparen.
4. Attentie: Ook de handgrepen worden tijdens het koken heet. Raak de grepen uitsluitend
met pannenlappen aan of met een soortgelijke bescherming!
5. Controleer of het juiste voltage aan de onderkant van het apparaat ingesteld is.
6. Steek de stekker in een stopcontact.
7. Zet de kookpan op de verwarmingsplaat en schakel het apparaat m.b.v. de schakelaar in
(en schakel vervolgens naar „Cook").
8. Het apparaat begint heet te worden en uw levensmiddelen worden gekookt. Het
controlelampje geeft aan dat het apparaat in werking is.
9. Als uw levensmiddelen bereid zijn, schakelt u de verwarmingsplaat m.b.v. de schakelaar
uit en trekt u de netstekker uit het stopcontact.
44