Kan de gasfles niet vullen.
REINIGEN, ONDERHOUD EN REPARATIE
WAARSCHUWING!
Schakel altijd het apparaat uit en laat het volledig afkoelen voordat u inspectie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoert of het apparaat
opslaat!
Dompel de brander niet onder in water of andere vloeistoffen. Laat het goed drogen als het nat worden en controleer de werking nadien.
Reinigen
1. Veeg alle oppervlakken na elk gebruik af met een natte, zachte doek. Gebruik een mild reinigingsmiddel om vet te verwijderen.
2. De oppervlakten aan de binnenkant van de apparaatbehuizing moeten met warm water en zeep worden gereinigd. Gebruik een staalborstel, staalwol of een
schuursponsje om hardnekkig vuil te verwijderen.
3. Roosters moeten regelmatig worden gereinigd met water en zeep.
OPMERKINGEN:
•
Gebruik geen chemicaliën of alkalische, schurende en andere agressieve reinigings- of ontsmettingsmiddelen om dit apparaat te reinigen,
omdat deze schadelijk kunnen zijn voor de oppervlakken.
•
Blokkeer de vuuropening van het gasflessencompartiment niet. Als de vuuropening verstopt is, gebruik dan een voorwerp met een diameter
van Ø 1,6 mm om deze te reinigen.
•
Zorg dat de branderpoorten of de openingen/sproeimondjes niet groter worden wanneer u de brander of kleppen reinigt.
Vetlade
1. Vermijd dat de vetlade overstroomt. Ledig ze regelmatig tijdens gebruik.
2. Reinig de vetlade na ieder gebruik met warm water en een mild reinigingsmiddel.
ONDERHOUD
Controleer het apparaat, accessoires of hulpstukken voor en na ieder gebruik op slijtage en beschadigingen. Vervang ze indien vereist voor nieuwe zoals
omschreven in deze gebruiksaanwijzing. Bekijk de technische vereisten (→ TECHNISCHE GEGEVENS).
Het wordt aanbevolen om het apparaat iedere 90 dagen grondig te onderhouden, maar eenmaal per jaar is absoluut noodzakelijk. Hierdoor verlengt u de
levensduur van het apparaat.
1. Controleer regelmatig de brander om te zien of er geen insecten en spinnen het gassysteem verstoppen of de gasstroom onderbreken. Wees voorzichtig
bij het reinigen van de venturi-buizen van de brander, zorg dat er geen obstakels zijn. Wij raden aan een buisreiniger te gebruiken om de venturi-buizen te
reinigen.
2. Voer regelmatig een visuele controle uit van de brandervlam, als volgt:
a. Verwijder kookroosters en vlamdempers.
b. Ontsteek de brander.
c. Draai de bedieningsknop van HI naar Low. Controleer de vlamstatus, de vlam in de Low-stand moet kleiner zijn dan in de
HI-stand (zie het figuur rechts).
Controleer altijd voor gebruik de vlam om te zien of er iets niet in orde is (→ PROBLEEMOPLOSSING).
REPARATIE
Dit apparaat bevat geen onderdelen die gerepareerd kunnen worden door de consument. Neem contact op met een gekwalificeerde specialist om het te laten
controleren en repareren.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat alle veiligheden, indien beschikbaar, veilig en juist geplaatst zijn na iedere reinigings- of onderhoudsbeurt! Gebruik het apparaat
nooit zonder zijn veiligheden!
OPSLAG EN TRANSPORT
OPSLAG
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig het apparaat zoals hierboven omschreven.
3. Dek de brander af met aluminiumfolie zodat er geen stof of insecten in kunnen komen.
4. Koppel de gasfles los van het apparaat. Zorg dat u buiten bent en uit de buurt van ontstekingsbronnen voor u de gasfles loskoppelt van het apparaat.
5. Sla de gasfles op een goed geventileerde plaats buiten op. Zorg ervoor dat de gasfles niet wordt opgeslagen nabij hitte- of ontstekingsbronnen of in direct
zonlicht.
6. Bewaar geen reserve gasfles op onder of nabij dit apparaat.
7. Bewaar het apparaat en de accessoires op een droge, vorstvrije plaats. De ideale opslagtemperatuur is tussen 10 °C en 30 °C.
8. Als het apparaat buiten wordt opgeslagen, controleer dan of alle gebieden onder het voorpaneel vrij van obstakels zijn (insecten enz.). Deze plek moet vrij
worden gehouden omdat dit de stroom van de verbranding of ventilatielucht kan beïnvloeden.
9. Sla het apparaat altijd op een plaats op die niet toegankelijk is voor kinderen.
10. Wij bevelen waar mogelijk het gebruik van de originele verpakking voor opslag aan of het afdekken van het apparaat met een geschikte doek om het te
beschermen tegen stof.
11. Reinig het apparaat zelf en de brander grondig voorafgaand aan gebruik, als het apparaat voor een lange periode wordt opgeslagen. Controleer voor
gebruik op gaslekken en obstakels in de brander enz.
VERVOER
1. Schakel het apparaat uit.
2. Indien van toepassing bevestig de transportveiligheden.
3. Bescherm het apparaat tegen harde klappen of heftige trillingen die kunnen optreden tijdens vervoer in voertuigen.
4. Zet het apparaat stevig vast om schuiven of omvallen te voorkomen.
Sommige verkooppunten hebben oudere
vulpistolen met versleten schroefdraad.
Draai versleten pistolen die niet goed pakken, om aan te sluiten op het
gasventiel.
Probeer een ander verkooppunt.
31
NL
1
MAX
MIN