A = 10m
HOOGTE KOPLAMP
Y = X-10 cm
Controleer of de lamp goed gericht is
door het voertuig op een afstand van (A)
10 m van een verticale wand te plaatsen
waarop u
het punt (X) heeft getekend ter hoogte
van het midden van het voorlicht en het
punt (Y) 10 cm lager dan (X).
Het voorlicht is goed afgesteld als de bo-
venste rand van de lichtbundel samenvalt
met punt (Y).
Een eventuele passagier of bagage beïn-
vloedt de hoogte van de lichtbundel. Wij
raden dus aan om de lichtstraal te rege-
len volgens de configuratie van de motor
waarmee u moet rijden.
Extra aansluiting (USB)
WAARSCHUWING
X
Om schokken of kortsluiting te voorko-
men, zorg ervoor dat de dop is geïns-
Y
talleerd wanneer de extra aansluiting
(USB) niet wordt gebruikt.
OPGELET
Het accessoire dat is aangesloten op
het hulpcontact (USB) mag niet worden
gebruikt als de motor is uitgeschakeld
en de belasting mag nooit hoger zijn
dan 24 W (2 A), anders kan de zekering
doorslaan en raakt de accu leeg.
Dit voertuig is uitgerust met een hulpaan-
sluiting (USB). Een 12 V-accessoire dat is
aangesloten op de extra aansluiting (USB)
kan worden gebruikt wanneer de sleutel
in de stand " " staat en de motor draait.
Om de hulpaansluiting (USB) te gebrui-
ken
1. Draai de sleutel naar " ".
2. Verwijder de dop van de hulpaanslui-
ting (USB).
3 - 19
Instrument en controlefuncties
1
1. Auxiliary Jack-dop (USB)
3. Schakel het accessoire uit.
4. Steek de accessoirestekker in de hulp-
aansluiting (USB).
1
1. Hulpaansluiting (USB)
5. Draai de sleutel naar " ", en start de mo-
tor.
6. Schakel het accessoire in.
NL
3