Houd het gereedschap stevig vast en plaats de dop over
de bout of de moer. Schakel het gereedschap in en draai
vast met de geschikte aandraaitijd en het geschikte aan-
tal slagen (instelling van de schijven).
OPMERKING:
• Richt het gereedschap recht op de bout of moer zonder
overmatige druk erop uit te oefenen.
• Een te groot aandraaimoment kan de bout of moer
beschadigen. Voer altijd een proef uit alvorens met het
eigenlijke werk te starten, om het geschikte aandraai-
moment, aandraaitijd en aantal slagen (instelling van
de schijven) voor de betreffende bout of moer te contro-
leren.
Het aantrekkoppel wordt beïnvloed door een aantal ver-
schillende factoren, waaronder de volgende. Controleer
na het vastdraaien altijd het aantrekkoppel met een
momentsleutel.
1.
Wanneer de accu bijna leeg is, neemt het voltage af
en vermindert het aantrekkoppel.
2.
Sok
• Het gebruik van een sok van de onjuiste maat zal
resulteren in een te laag aantrekkoppel.
• Een versleten sok (slijtage op het zeskante of vier-
kante uiteinde) zal resulteren in een te laag aan-
trekkoppel.
3.
Bout
• Zelfs wanneer de koppelverhouding en de klasse
van de bout overeenkomen, kan door verschillen in
de diameter van de bouten het juiste aantrekkop-
pel per bout toch afwijken.
• Ook al zijn de diameters van twee bouten gelijk,
dan kunnen er nog verschillen in het juiste aan-
trekkoppel van de twee bouten optreden ten
gevolge van verschillen in de koppelverhouding en
de klasse en lengte van de bouten.
4.
Het aantrekkoppel is iets lager wanneer een kogel-
gewrichtverbinding of verlengstaaf wordt gebruikt. U
kunt dit verlies aan aantrekkoppel compenseren
door de aantrektijd te verlengen.
5.
Het materiaal van de vast te draaien bout of moer,
de manier van vasthouden van het gereedschap en
het toerental hebben invloed op het aantrekkoppel.
LET OP:
Indien u het gereedschap zonder onderbreking gebruikt
totdat de accu is uitgeput, dient u het gereedschap 15
minuten te laten rusten alvorens met een verse accu ver-
der te werken.
34
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
de accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te voe-
ren aan het gereedschap.
Vervangen van koolborstels (Fig. 8 en 9)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.