5. Zorg ervoor dat het basisstation en de radiosensor op hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Verwijder bij het vervangen van de batterijen altijd de batterijen in zowel het basisstation als de sensor
en plaats deze in de juiste volgorde terug. Zo kan de radioverbinding weer tot stand komen. Als een
van de twee apparaten via een netaansluiting wordt bediend, moet bij het vervangen van de batterijen
ook de netaansluiting voor dit apparaat even worden losgekoppeld. Als bijvoorbeeld alleen de batterij-
en in de sensor worden vervangen, kan het signaal niet of niet meer correct worden ontvangen.
Opmerking: Het reële bereik is afhankelijk van de bouwmaterialen van de gebouwen en van de positie
van het basisstation en de buitensensor. Externe invloeden (verschillende radiozenders en andere
storingsbronnen) kunnen het mogelijke bereik sterk beperken. In dergelijke gevallen raden wij aan om
andere locaties te vinden voor zowel de basiseenheid als de buitensensor. Soms is het voldoende om
de sensor slechts enkele centimeters te verplaatsen!
9 Instellen van de stroomvoorziening
Base station
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
2. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
4. Wacht tot de binnentemperatuur op het basisstation wordt weergegeven.
Remote sensor
5. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment.
6. Plaats de batterijen in het batterijvak. Controleer of de polariteit (+/-) van de batterij correct is.
7. Druk op de toets CH om het gewenste zendkanaal in te stellen (instelling van CH1, CH2, CH3 of
Kanaalcyclus) (op het scherm).
8. Druk op de °C/°F-knop om het gewenste temperatuurformaat in te stellen (instelling °C of °F op
het beeldscherm).
9. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug.
10 Batterijniveau-indicator
1. Wanneer het niveau van de batterijen in het basisstation of in de draadloze sensor een kritisch ni-
veau bereikt, verschijnt het batterijniveau-symbool in het betreffende gebied op het display.
2. Bij het vervangen van een set batterijen moeten de batterijen altijd ook uit het andere deel van het
apparaat worden verwijderd en moeten de batterijen in de daarvoor bestemde volgorde weer wor-
den geplaatst (zie hoofdstuk "Instellen van de stroomvoorziening"). Vervang de te vervangen bat-
terijen in het betreffende deel van het apparaat door een volledig nieuwe set met volledige capaci-
teit. Dit zorgt ervoor dat de verbinding tussen de apparaten correct wordt hersteld.
11 Automatische tijdinstelling
Nadat de stroom is hersteld, zoekt het apparaat automatisch naar het radiosignaal. Het duurt onge-
veer 3-8 minuten om dit proces te voltooien.
Als het radiosignaal correct wordt ontvangen, worden de datum en tijd automatisch ingesteld en wordt
het ontvangstsymbool weergegeven.
Als er geen radiosignaal wordt ontvangen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk gedurende ca. 2 seconden op de UP-knop om de ontvangst van het radiosignaal opnieuw te
starten.
2. Druk gedurende ca. 2 seconden op de UP-knop om de ontvangst van het radiosignaal opnieuw te
starten.
3. Als er nog steeds geen radiosignaal wordt ontvangen, moet de tijd handmatig worden ingesteld.
42 / 72