• Hoge luchtdruk wordt altijd geassocieerd met mooi weer, terwijl lage luchtdruk duidt op regenach-
tig weer.
19 Externe sensoren aansluiten
Het weerstation kan de meetwaarden van maximaal 3 draadloze sensoren* van hetzelfde type weer-
geven. Elke draadloze sensor moet op een apart kanaal worden ingesteld. Ga als volgt te werk om het
kanaal in te stellen:
1. Verwijder het klepje van het batterijvak van de draadloze sensor.
2. Zet de kanaalschakelaar op het gewenste kanaal (1, 2 of 3).
3. Plaats het deksel van het batterijvak terug.
4. Druk meerdere keren op de knop CHANNEL op het basisstation om de metingen voor de verschil-
lende kanalen of afwisselend weer te geven. Het geselecteerde kanaal wordt telkens op het dis-
play weergegeven.
5. Druk ongeveer 3 seconden op de knop CHANNEL om het zoeken naar een sensor te starten.
INSTRUCTIE! Elke aangesloten draadloze sensor moet op een ander kanaal worden ingesteld. Als
er slechts één draadloze sensor is aangesloten, moet deze worden ingesteld op kanaal 1.
*Eén draadloze sensor bij de levering inbegrepen, andere zijn optioneel verkrijgbaar
20 Voorwaarschuwing voor ijs
Als de vorstwaarschuwing is geactiveerd, klinkt er gedurende ongeveer 3 seconden een alarm en
knippert het symbool zolang de buitentemperatuur tussen -1,0 en +3,0 °C ligt.
21 MAX/MIN-temperatuurwaarden
Het basisstation slaat de maximum- en minimumwaarden voor de binnen- en buitentemperatuur op,
evenals een luchtvochtigheidswaarde over een periode van 24 uur:
1. Druk in de normale modus op de knop UP om de registratie van de maximum- en minimumtempe-
ratuur en luchtvochtigheid te controleren.
2. Houd tijdens het controleren van de Max/Min-record de knop UP ingedrukt om de dataset te ver-
wijderen.
22 Achtergrondverlichting/display dimmen
1. Druk in batterijmodus op de SNZ/LIGHT-knop om de achtergrondverlichting ongeveer 5 seconden
te activeren.
2. Druk bij netvoeding zo nodig herhaaldelijk op de SNZ/LIGHT-toets om de achtergrondverlichting in
drie stappen (laag/middel/hoog) te dimmen of uit te schakelen.
23 Verwerking
Gooi het verpakkingsmateriaal weg volgens het soort materiaal. Informatie over een correcte
verwerking kan worden verkregen bij gemeentelijke afvalverwerkingsdiensten of het Milieu-
agentschap.
Gooi elektronische apparaten niet bij het huisvuil!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektroni-
sche apparatuur en de omzetting daarvan in nationaal recht moet gebruikte elektrische appa-
ratuur gescheiden worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled.
45 / 72