L6
Open ge-
deeltelijk
L7
Onder-
houdswaar-
schuwing
L8
Lijst ano-
malieën
Opmerking: "
" dit geeft de fabrieksinstelling weer.
Alle parameters kunnen naar believen zonder enige contra-indicatie worden afgesteld; alleen het afstellen van de "Motorkracht" zou enige nadere aandacht kunnen vereisen:
• Het is ten sterkste af te raden hoge krachtwaarden te gebruiken om het feit te compenseren dat de vleugel punten met een hoge wrijvingswaarde heeft; een te grote kracht kan afbreuk doen aan de werking
van het veiligheidssysteem of schade aan de vleugel toebrengen.
• Als de controle van de "Motorkracht" gebruikt wordt als hulpmiddel voor het systeem de stootkracht bij botsing te beperken dient na elke afstelling de kracht opnieuw gemeten te worden, zoals de norm EN
12445 dat voorschrijft.
• Slijtage en weersinvloeden zijn van invloed op de manoeuvre van de poort; zo af en toe dient de afstelling van de kracht opnieuw gecontroleerd te worden
01. Druk op de toets [Set] en houd die ongeveer 3s ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer het ledlampje "L1"begint te knipperen;
03. Druk op de toets [▲] of [▼] om van het knipperende ledlampje over te schakelen op het ledlampje dat de te wijzigen
functie vertegenwoordigt;
04. Druk op de toets [Set] en houd die ingedrukt; de toets [Set] dient tijdens de stappen 5 en 6 voortdurend ingedrukt te blijven;
05. Wacht ongeveer 3 seconden tot het ledlampje gaat branden dat het actuele niveau van de te wijzigen parameter
vertegenwoordigt;
06. Druk op de toets [▲] of [▼] om over te schakelen op het ledlampje dat de waarde van de parameter vertegenwoordigt;
07. Laat de toets [Set] los;
08. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering te verlaten.
N.B. – de punten 3 tot 7 kunnen tijdens dezelfde programmeringsfase herhaald worden om nog meer parameters in te stellen
Programmeervoorbeelden: eerste niveau en tweede niveau
Eerste niveau: als voorbeeld wordt de procedure voor het wijzigen van de in de fabriek geprogrammeerde instelling van de functie "Automatisch slui-
ten" (L1) en "Sluit altijd" (L3) weergegeven:
01. Druk op de toets Set en houd die ongeveer 3s ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer het ledlampje L1 begint te knipperen;
03. Druk eenmaal op de toets "Set" om de status van de aan L1 gekoppelde functie (automatisch sluiten) te wijzigen:
het ledlampje L1 knippert eenmalig, lang aanhoudend;
04. Druk 2 maal op de toets [▼] om over te schakelen naar het ledlampje L3;
05. Druk eenmaal op de toets "Set" om de status van de aan L3 gekoppelde functie (sluit altijd) te wijzigen:
het ledlampje L3 knippert eenmalig, lang aanhoudend;
06. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering te verlaten.
Belangrijk – Aan het einde van deze procedure moeten de ledlampjes L1 en L3 blijven branden, waarmee wordt aangegeven dat de functies "Automatisch
sluiten" en "Sluit altijd" actief zijn.
L1
0,5 mt
L2
1 mt
L3
1,5 mt
L4
2 mt
L5
2,5 mt
L6
3 mt
L7
3,4 mt
L8
4 mt
L1
Automatisch (op basis van de belasting van de manoeuvres)
L2
1000
L3
2000
L4
4000
L5
7000
L6
10000
L7
15000
L8
20000
L1
Resultaat 1
e
manoeuvre (de meest recente)
L2
Resultaat 2
e
manoeuvre
L3
Resultaat 3
e
manoeuvre
L4
Resultaat 4
e
manoeuvre
L5
Resultaat 5
e
manoeuvre
L6
Resultaat 6
e
manoeuvre
L7
Resultaat 7
e
manoeuvre
L8
Resultaat 8
e
manoeuvre
TABEL 8- voor het wijzigen van instelbare parameters
Stelt de mate van gedeeltelijke ope-
ning af. De gedeeltelijke opening kan
met een 2de radio-instructie of met
"SLUIT" worden aangestuurd als er
de functie bestaat "Sluit" wordt
"Open gedeeltelijk".
Stelt het aantal manoeuvres af waar-
na wordt aangegeven dat onder-
houd van de automatisering nodig is
(zie de paragraaf "Onderhoudswaar-
schuwing").
Maakt het mogelijk na te gaan welk
type anomalie is opgetreden tijdens
de laatste 8 manoeuvres (zie para-
graaf 9.2, "Historie anomalieën").
SET
3 s
L1
SET
of
SET
of
SET
10 s
SET
3 s
L1
SET
SET
L1
L3
SET
L3
10 s
Nederlands – 9