NL
BELANGRIJK
Voor de aanwijzingen met betrekking tot de motor en
de accu, raadpleeg de specifieke handleidingen.
Onderdelen met sterretje (*) zijn standaard voor sommige
modellen en landen.
Sommige modellen hebben geen gashendel. Het toerental
van de motor is zodanig ingesteld dat de motor optimaal
draait en de uitstoot van uitlaatgassen minimaal is.
SYMBOLEN
Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te
herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid bij gebruik
geboden is.
Betekenis van de symbolen:
Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzing vóórdat
u deze maaier gebruikt.
Waarschuwing! Houd omstanders op afstand. Kijk
uit voor uit de machine weggeslingerde voorwer-
pen.
Waarschuwing! Zorg dat uw handen en voeten niet
onder het maaidek kunnen komen als de machine
loopt.
Waarschuwing! Vóór het verrichten van reparaties
eerst de bougiekabel losmaken van de bougie.
Waarschuwing! Kantel de maaier altijd
achterover als u de onderkant wilt schoon-
maken. Kantelt u de machine in een ande-
re richting, dan kan er olie of benzine uit lekken.
MONTAGE
STUUR (Type I)
1. Stel de hoogste maaihoogte in (stand 4, zie onder het
kopje MAAIHOOGTE).
2. De onderdelen voor het monteren van het onderste
gedeelte van het stuur zijn gemonteerd. Verwijder de
onderdelen van de onderste opening op het chassis. Klap
daarna het onderste gedeelte van het stuur omhoog en
bevestig de onderdelen. N.B! De vulring A moet tussen de
bout en de plastic bus bevestigd worden (fig. 1).
3. Klap het bovenste gedeelte van het stuur op en haal de
vergrendelknoppen aan (fig. 2).
NEDERLANDS
STUUR (Type II)
Til het bovenste gedeelte van de duwboom op en plaats het
achter de grasmaaier. Klap het onderste gedeelte van de
duwboom in en draai de draaiknoppen A aan (afb. 3).
Bevestig daarna het bovenste gedeelte van de duwboom.
Aan de rechterzijde bevindt zich een oog voor de gashendel
(afb. 2).
Opslagpositie: Draai de knoppen op het onderste gedeelte
van de duwboom los en klap dit gedeelte naar voren.
Draai daarna de knoppen op het bovenste gedeelte van de
duwboom los en klap dit gedeelte naar achteren (afb. 4).
LET OP! Zorg dat de kabels niet beklemd raken of knappen
bij het naar voren of naar achteren klappen van de duw-
boom.
KABELGELEIDER
Zet de kabels vast in de kabelgeleiders E (afb. 5):
ACCU (*)
Laad de accu voordat u deze voor het eerst gaat gebruiken
24 uur op. Meer informatie vindt u onder ONDERHOUD,
ACCU.
Steek de contactsleutel (*) in het slot.
GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER
STARTEN VAN DE MOTOR
1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste ondergrond.
Start niet in lang gras.
2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op de
bougie.
3. Knijp de start/stop-beugel G tegen de duwboom. LET
OP! De start/stop-beugel G ingedrukt houden om de
motor niet te laten stoppen (afb. 6).
4a Handmatige start: Pak de starthendel vast en start de
motor door een snelle ruk aan het startsnoer.
4b Elektrische start (K*): Start de motor door de contact-
sleutel rechtsom te draaien. Laat de sleutel los wanneer
de motor start. Houd de startpogingen altijd kort, om de
accu niet uit te putten.
38
De accuvloeistof is giftig en bijtend en kan
zware brandwonden veroorzaken. Vermijd con-
tact met huid, ogen en kleding.
NL