5.
De doppler voorbereiden op gebruik
5.1
Plaatsen/vervangen van batterijen
1
Opmerking: Als de Doppler gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterijen.
Indicator lage batterij
Wanneer de batterij leeg raakt, verschijnt een knipperend batterijsymbool op het display.
De batterij moet worden vervangen om een betrouwbare werking te garanderen.
5.2
Sonde-aansluiting
Om de sonde aan te sluiten, lijnt u de pijl op de connector uit met de gleuf in de sonde en drukt u deze hard
samen.
Om de sonde los te koppelen, trekt u de connector van de sonde. Trek NIET aan de kabel.
6.
Bediening
Druk op en houd gedurende een seconde ingedrukt om het toestel IN te schakelen
De volgende sondetypes zijn beschikbaar:
VP4XS
4 MHz ±1% voor aders die diep liggen
VP5XS
5 MHz ±1% voor aders die diep liggen
en voor oedemateuse ledematen
VP10XS
10 MHz ± 1% for specialist superficial
applications.
In deze functie zal de (tweerichtings) stroomsnelheid en -richting van het bloed weergegeven worden in
staafdiagrammen (4 niveaus in elke richting) en de stroming van het bloed kan gehoord worden via de
luidspreker. De frequentie van de sonde wordt samen met de staafdiagrammen weergegeven.
Klinisch gebruik
Breng een ruime hoeveelheid gel aan op de plaats die onderzocht moet worden. Plaats de sonde in een hoek
van 45° op de huidoppervlakte van de ader die onderzocht moet worden. Pas de positie van de sonde aan
om een zo luid mogelijk audio-signaal te ontvangen. Slagaders stoten schelle kloppende geluiden uit. Aders
daarentegen maken geen kloppend geluid, maar klinken veeleer als een razende wind.
Voor de beste resultaten dient u de sonde zo stil mogelijk te houden vanaf het ogenblik dat de optimale positie
gevonden werd. Pas het audiovolume aan, indien gewenst.
2
VP8XS
EZ8XS
PA8-HG
3
.
8 MHz ±1% voor periferische aders
10 MHz ±1% voor
gespecialiseerdevtoepassingen aan
de oppervlakte
Intraoperatieve sonde-adapter
NL