Specifiek voor het apparaat geldende gebruiksaanwijzing
1
4
2
a.) Montage
De bevestigingsgaten zijn bedoeld voor wandmontage. Het apparaat moet tegen een verticale, brandvrije wand worden
gemonteerd met de aansluitingen naar beneden, zoals op de afbeelding hierboven. Bij buitenmontage moet het apparaat
aanvullend tegen regen en vlakke zoninstraling beschermd worden.
b.) Werking van het apparaat
Apparaat ZONDER afrastering en aarde in gebruik nemen. De controlelampjes knipperen op het ritme van de impulsen
(groen of rood). Het apparaat is in staat om te functioneren. Indien de controlelampjes niet knipperen, moet eerst de
netspanning of de netleiding gecontroleerd worden. Indien er daar geen fout gevonden kan worden, dient het apparaat
door een vakman gecontroleerd te worden.
c.) Werking met AANGESLOTEN afrastering (aarde + afrastering)
Groen knipperen: Toestand van de afrastering in orde = uitgangsspanning > 3500V =
Controle-
lampje
1
Rood knipperen:
afrastering
(1)
Groen knipperen: Toestand van de aardaansluiting in orde; aardespanning < 1000 V
Controle-
Rood knipperen:
2
lampje aarde
(2)
Aansluitvarianten:
Afrastering gesloten:
Aarding
Op elke afrasteringsaansluiting (5, resp. 6) kan gelijktijdig een AFZONDERLIJKE afrastering worden aangesloten. Indien
beide uitgangen van de afrastering gebruikt moeten worden, heeft het controlelampje (1) op de uitgang (6) met maximale
energie betrekking.
Indien het controlelampje sneller dan ca. 1x per seconde knippert, moet het apparaat meteen worden uitgeschakeld, en
nagekeken worden door een vakman, vooraleer het terug in gebruik genomen wordt.
Nieuwe functie overeenkomstig EN 60335-2-76 A12: 2010
Dit apparaat geeft na een vertragingstijd van 15 seconden niet meer dan 5 Joule uitgangsenergie af.
Bij toenemende belasting verhoogt het apparaat na afloop van een vertragingstijd zijn uitgangsenergie en past de sterkte
van de schok zodoende automatisch aan aan de toegenomen begroeiing, weersomstandigheden en de toestand van het
hek.
Ledere gebruiker van elektrische afrasteringen is wettelijk verplicht, het afrasterapparaat en de installatie regelmatig,
volgens de gebruikersvoorwaarden te controleren, minimaal dagelijks!
- Zichtcontrole van het apparaat en de afrastering
- Meting van de minimumspanning van 2500 V op iedere plaats van de afrastering
Let op een juiste aarding voor dit apparaat, minimaal 3 aardpennen art.nr.:44219.
6
5
Netstekker fungeert als AAN / UIT!
Aansluiting aan 230 V ~!
minimumvereiste
Toestand van de afrastering foutief = uitgangsspanning ≤ 3500V, zie bijgevoegde
gebruiksaanwijzing, mogelijke foutbronnen (figuur 2, pagina 5)
Toestand van de aardaansluiting foutief, aardspanning ≥ 1000 V, zie bijgevoegde
gebruiksaanwijzing, mogelijke foutbronnen (figuur 2, pagina 5) en aardaansluiting
(pagina 4)
Erdung
3
Het schrikdraadapparaat
mag (in de stal) niet als
trainingsaparaat
worden gebruikt!
Afrastering open:
4
TESLA 7
1 Controlelampje Afrastering
2 Controlelampje Aarde
3 Bevestigingsgaten
4 Aardaansluiting
5 Afrasteraansluiting
met verminderde energie
6 Afrasteraansluiting
met maximale energie
Aarding
-NL-
Version : 2019.1