-
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vastzitten, zodat het toestel goed blijft werken.
-
Controleer de opvangzak regelmatig op slijtage en schade.
-
Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
-
Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires.
-
Bewaar het apparaat alleen op een droge plaats.
5) Deze machine mag nooit worden gebruikt door iemand met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of een gebrek aan kennis of ervaring.
6) Zorg voor gehoorbescherming en draag deze wanneer u de machine gebruikt.
7) Gebruik het apparaat niet op blote voeten of met sandalen die de voeten niet volledig bedekken. Vermijd
kleding die te los zit of knopen of touwtjes heeft.
8) Gebruik het apparaat in de aanbevolen positie; het oppervlak waarop u staat moet vlak en stevig zijn.
9) Deze machine mag niet worden gebruikt op een asfalt- of grindoppervlak, omdat materiaal kan worden
opgeworpen en de gebruiker kan verwonden.
10) Controleer vóór elk gebruik visueel of de snijelementen, hun bouten en andere bevestigingsmiddelen
vastzitten, of de behuizing niet beschadigd is en of de afschermingen en beschermingen op hun plaats
zitten.
11) Om het evenwicht van de machine te bewaren, moeten versleten of beschadigde onderdelen altijd
tegelijkertijd worden vervangen.
12) Onleesbare of beschadigde etiketten moeten worden vervangen.
13) Zorg ervoor dat de materiaalinlaat leeg is voordat u de machine start.
14) Breng uw gezicht nooit in de buurt van de schoorsteen of enig ander lichaamsdeel.
15) Steek nooit uw kleren en handen (of andere lichaamsdelen) in de materiaalinlaat of -uitlaat, of in de buurt
van bewegende delen.
16) Klim tijdens het werk niet naar een hoger niveau dan de basis van de machine.
17) Kom nooit in de buurt van de afvoerzone terwijl de machine in werking is.
18) Let er vooral op dat de te versnipperen planten vrij zijn van vreemde voorwerpen (bv. metaal, stenen,
flessen, blikjes, enz.).
19) Als het mes een vreemd voorwerp raakt of als de machine begint te trillen of verdachte geluiden maakt,
schakel dan onmiddellijk de stroomtoevoer uit en wacht tot de machine volledig tot stilstand is gekomen.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe het volgende voordat u het apparaat opnieuw opstart en gebruikt :
-
Controleer op tekenen van schade;
-
Repareren of vervangen van beschadigde onderdelen;
-
Lokaliseer losse onderdelen en draai ze zo nodig opnieuw vast.
20) Laat geen planten ophopen in het afvoergebied, omdat dit de machine blokkeert en de planten plotseling
uit de inlaat kunnen komen.
21) Als het apparaat geblokkeerd raakt, moet u de stroomtoevoer uitschakelen en de kabel loskoppelen voordat
u probeert het apparaat te deblokkeren.
22) Gebruik de machine nooit als de afschermingen en deksels defect zijn of als de veiligheidsvoorzieningen
ontbreken, bijvoorbeeld als de opvangzak niet is aangebracht.
23) Zorg dat er geen vuil of voorwerpen in het stopcontact terechtkomen, want dat kan het stopcontact
beschadigen of brand veroorzaken.
24) Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat verplaatst.
25) Kantel de machine niet terwijl deze onder stroom staat.
26) Nadat u op een vreemd voorwerp bent gestoten, haalt u de stekker uit het stopcontact en onderzoekt u of
het apparaat niet beschadigd is.
27) Voordat u de machine onderzoekt, repareert, opbergt of een accessoire verwisselt, moet u de stroom
uitschakelen, de stekker uit het stopcontact halen en wachten tot de bewegende delen volledig tot stilstand