NL
Tips voor het schroeven en losdraaien
In het geval van schroeven wordt aanbevolen om een geleidegat te maken met de diameter van de stam van de schroef. Anders
kunnen de materialen waarin de schroeven worden geschroefd, worden vernietigd.
Zachte materialen kunnen worden uitgerust met goed aangepaste schroeven zonder een pre-gat, maar het is aan te raden om
te proberen schroeven op afvalstoff en in dit geval. De schroeven voor direct schroeven moeten scherpe punten hebben, dit
vergemakkelijkt het schroeven.
Bij het vastschroeven van kleine en lichte onderdelen moeten deze voor aanvang van de werkzaamheden worden vastgezet,
bijvoorbeeld met klemmen of bankschroeven.
Plaats altijd eerst de punt van de schroevendraaier op de schroefkop en start dan pas het gereedschap. Anders kan de schroe-
vendraaier en/of de schroefbit beschadigd raken. Dit kan ook leiden tot gevaarlijke situaties en tot ernstig letsel.
De schroevendraaier begint pas met het draaien van de schroevendraaierspindel met de schroevendraaierbithouder nadat deze
met de schroef licht samengedrukt is tot het materiaal waarin de schroef wordt geschroefd. Het is mogelijk om de rotatiesnelheid
aan te passen door op de elektrische schakelaar te drukken. Maximale omwentelingen worden bereikt wanneer de schakelaar
zo ver mogelijk wordt ingedrukt.
Boren
Het boren met een schroevendraaier is verboden.
De schroevendraaier is uitgerust met een antioverbelastingskoppeling die begint te werken wanneer de schroevendraaier het
maximale koppel bereikt. Daarom kan bij het boren het boorbit stoppen, barsten of het werkstuk vernietigen.
ONDERHOUD EN CONTROLE
LET OP! Voordat men start met het afstellen, technisch onderhoud of het uitvoeren van controles dient de stekker van het
apparaat uit het stopcontact te worden gehaald. Aan het einde van de werkzaamheden dient men de technische staat van het
elektrische apparaat te controleren door middel van een visuele inspectie en een beoordeling van de behuizing, het handvat,
stroomkabel, doorgankelijkheid van de ventilatiesleuven, borstels die eventuele vonken afgeven, geluidsniveau van de werking
van de lagers en tandwielen, het opstarten en uniformiteit van de werking van het apparaat. Tijdens de garantieperiode dient men
het elektrische apparaat niet te demonteren en dient men tevens geen onderdelen te vervangen aangezien dit de garantie ongel-
dig zal maken. In geval van eventuele onregelmatigheden die tijdens een controle zijn vastgesteld of tijdens de werkzaamheden
dient het apparaat ter reparatie te worden aangeboden bij een daarvoor bestemd servicepunt. Na de werkzaamheden dient men
de behuizing, ventilatieopeningen, schakelaars, extra handvaten en behuizing schoon te maken door middel van bv. luchtdruk
(met een druk van max. 0,3 MPa), of door middel van een borstel/ kwast of droge doek zonder gebruik van chemicaliën en reini-
gingsvloeistoff en. Aanvullende onderdelen en de handvaten schoonmaken met een droge, schone doek.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
66