Impulsmodus (behalve DIM)
Als u de regelaar op
raanslag) zet, staat het apparaat
in de impulsmodus, d.w.z. de
uitgang wordt voor ca. 2 sec.
IQ-modus
Rechteraanslag: de nalooptijd
past zich dynamisch, zelflerend
aan het gebruikersgedrag aan.
COM 2
Potentiometer 7.
Nalooptijd schakeluitgang 2 HLK
• Instelwaarde 1 min. – 2 uur
• Rechteraanslag: max.
• Linkeraanslag: min.
Potentiometer 8.
Inschakelvertraging schakeluitgang 2 HLK
• Instelwaarde 0 sec. – 10 min.
• Rechteraanslag:
kamerbewaking
• Linkeraanslag:
0 sec. (UIT)
Potentiometer 15.
Basislichtsterkte (DIM-variant)
Deze functie biedt de mogelijk-
heid wanneer onder de ingestelde
lichtsterktewaarde wordt geko-
men voor de ingestelde nalooptijd
een basisverlichting in te stellen.
Die is gedimd tot ca. 10 % van
de maximale lichtsterkte.
Bij aanwezigheid schakelt de
melder ofwel over op 100 %
10. Reikwijdte-instelling
Potentiometer 9.
De gewenste reikwijdte (drem-
pelwaarde) kan traploos worden
ingesteld.
(linke-
ingeschakeld (bijv. voor de au-
tomatische verlichting van het
trappenhuis). Daarna reageert de
sensor ca. 8 sec. niet op bewe-
Via een leeralgoritme wordt de
optimale tijdcyclus berekend.
Bij de instelling 'Bewaking' wordt
de gevoeligheid van de schakel-
uitgang 'Aanwezigheid' verlaagd.
Het contact sluit pas bij een
duidelijke beweging en duidt met
grote waarschijnlijkheid op de
aanwezigheid van personen.
lichtsterkte (regeling constant licht
OFF) ofwel op de vooraf inge-
stelde lichtsterktewaarde (regeling
constant licht ON). Wanneer geen
bewegingen worden herkend,
dimt de melder na afloop van de
nalooptijd terug naar de basis-
lichtsterkte. Die wordt weer uitge-
schakeld wanneer de nalooptijd
• US 360 / DualTech
min. 2 x 2 m - 6 x 6 m aan-
wezigheid
• Single US / Dual US
min. 3 x 3 m - 10 x 3 m
per richting
- 49 -
gingen. Vanwege de eigen ver-
blinding door vreemd licht is hier
alleen een dagstand mogelijk.
De kortste tijd bedraagt 5 min.,
de langste 20 min.
De nalooptijd blijft gewoon actief.
De inschakelvertraging is niet
actief.
(1 min. – 30 min.) is afgelopen of
wanneer de lichtsterktewaarde
door voldoende daglicht wordt
overschreden. In de instelling ON
schakelt de melder de basislicht-
sterkte meteen wanneer onder de
lichtsterktewaarde wordt geko-
men AAN of UIT.
Linkeraanslag =
minimale reikwijdte
Rechteraanslag
(instelling af fabriek) =
maximale reikwijdte
NL