Lasdraad invoeren
Schakel het apparaat uit.
Open het rechterpaneel van het apparaat.
Draai de borgmoer van de bus los.
Plaats de haspel met de lasdraad op de bus, zodanig
dat de haspel linksom draait (tegen de klok in) als de
lasdraad in de aanvoerunit wordt gevoerd.
Let op dat de lokaliseerpen in het daarvoor bedoelde
gat in de haspel komt te zitten.
Draai de bevestigingsdop weer op de bus.
Zet de lasdraad op en gebruik daarbij de geschikte
groef die overeenkomt met de dikte van de draad.
Maak het uiteinde van de draad vrij en knip het
gebogen einde eraf. Daarbij mag geen braam
ontstaan.
WAARSCHUWING
Het scherpe uiteinde van de lasdraad kan pijn doen.
Verdraai de haspel linksom en voer het uiteinde van
de lasdraad in de draadaanvoerunit, tot bij de Euro-
aansluiting.
Stel de kracht van de drukrol van de lasdraad goed
in.
Afstellen remkoppel van de bus
Om te voorkomen dat de lasdraad uit zichzelf afrolt, is
de bus voorzien van een rem.
De rem is af te stellen door de inbusbout M8 te
verdraaien. Deze zit in het busframe en wordt bereikbaar
nadat de bevestigingsdop van de bus eraf gehaald is.
Afbeelding 69.
45. Bevestigingsdop.
46. Inbusbout M8 voor het afstellen.
47. Drukveer.
Door de inbusbout M8 rechtsom te draaien neemt de
veerspanning toe, wat resulteert in een sterkere
remwerking.
Door de inbusbout M8 linksom te draaien neemt de
veerspanning af, wat resulteert in een minder sterke
remwerking.
Na voltooiing van het afstellen moet de bevestigingsdop
weer geplaatst worden.
Nederlands
De kracht van de drukrol bijstellen
De drukarm bepaalt de kracht die de drukrollen
uitoefenen op de lasdraad.
De afstelling gebeurt met een stelmoer. Door deze moer
rechtsom te draaien neemt de drukkracht toe, bij linksom
draaien wordt de druk minder. De juiste afstelling is
belangrijk voor goede lasresultaten.
Bij een te lage druk zal de drukrol doorslippen. Bij een te
hoge druk kan de lasdraad vervormd raken, wat kan
leiden tot problemen in de lastoorts. De juiste instelling
zit daar net tussenin. Verminder geleidelijk de druk totdat
de draad begint door te slippen op de drukrol. Voer
daarna de druk weer iets op door de stelmoer één slag
te verdraaien.
Lasdraad in de lastoorts voeren
Schakel het lasapparaat uit.
Sluit op de Euro-aansluiting een voor het gekozen
lasproces geschikte lastoorts aan. De parameters
van toorts en lasapparaat moeten overeenstemmen.
Haal de gascup van de toorts en de contacttip, resp.
de beschermkap en contacttip. Leg dan de toorts
recht en plat.
Schakel het lasapparaat in.
Houd de Cold Inch/Gas Purge-schakelaar in de Cold
Inch positie.
Als de schakelaar wordt losgelaten moet de spoel
niet verder afwikkelen.
Stel zo nodig de remkracht van de draadhaspel af.
Schakel het lasapparaat uit.
Installeer een geschikte contacttip.
Afhankelijk van het gekozen lasproces en type
lastoorts, moet een gascup geplaatst worden (voor
GMAW-proces) of een beschermkap (voor FCAW-
proces).
Zorg dat ogen en handen verwijderd blijven van het
uiteinde van de lastoorts, terwijl lasdraad naar buiten
komt aan de kant van de schroefdraad.
Aandrijfrollen vervangen
Voordat aandrijfrollen worden geplaatst of vervangen
moet eerst het lasapparaat worden uitgeschakeld.
CITOSTEEL 255C/ 255C PRO,
CITOSTEEL 325C/ 325C PRO is voorzien van
aandrijfrol V1.0/V1.2 voor stalen lasdraad. Voor andere
draadformaten
zijn
leverbaar (zie het hoofdstuk "Toebehoren") en moet u de
instructies volgen:
Schakel de ingaande stroom UIT.
Ontgrendel de vier rollen door het verdraaien van de
vier Quick-Change Carrier Gears [52].
Haal met [53] de drukrollen los.
Vervang de aandrijfrollen [51] door exemplaren die
geschikt zijn voor het te gebruiken type lasdraad.
Controleer dat de bekleding van de toorts en de
contacttip
ook
geschikt
draadformaat.
35
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
de
geëigende
aandrijfrolsets
WAARSCHUWING
zijn
voor
het
Nederlands
gekozen