Metaal tapeinden
Basismetaal
Staal tot 0.30 C %
Verzinkt staal
Roestvrij staal 304/316
Al 99,5
Al Mg 3
Al Si 12
Goed lasbaar: A
Afb. 3
De snelheid van het proces zorgt ervoor dat de oppervlakken
aan de zijde tegenover de las niet worden aangetast. Het
lassen is niet mogelijk op gehard staal, geoxideerd of gelakt
metaal.
Voordat met de productie aangevangen wordt, moeten een
aantal testlassen worden verricht om de correcte afstelling
van de generator en de ijking van het laspistool (veerkracht)
worden bepaald. Ga hiervoor als volgt te werk:
• breng het gekozen tapeinde aan in de klem X (die van te
voren afgesteld is volgens de aanwijzingen van Afb. 2)
• breng de basisplaat aan in omstandigheden die identiek zijn
aan de werkomstandigheden, zoals de dikte, de zone waar
de massa-aansluitingen zijn aangebracht, de afmetingen
van het werkstuk en de kwaliteit van het materiaal.
• De klemmen van de massakabel moeten symmetrisch
en zo dicht mogelijk in de buurt van het laspunt worden
aangebracht.
• Activeer de generator met de schakelaar met lampje E.
• Pak het laspistool beet en plaats het tapeinde op het
laspunt. Voorkom daarbij dat de ontstekingspunt van het
tapeinde ergens tegen stoot en beschadigd raakt. Druk op
de knop O en druk het laspistool gelijkmatig en niet te snel
op het materiaal. Wanneer de juiste druk bereikt is, wordt
het lassen automatisch geactiveerd. We adviseren om de
drie afstandhouders Z te monteren na de schroeven Y te
hebben losgedraaid als het tapeinde op een vlak oppervlak
van het materiaal moet worden gelast.
• In dit geval adviseren we om op het laspistool te drukken
tot de drie afstandhouders het werkstuk raken. Druk
vervolgens op de knop om het lassen te activeren.
Verkoperd staal met
meer dan 0.2 C%
A
B
A
-
-
-
Slecht lasbaar: B
1
2
Roestvrij staal
304/316
A
B
A
-
-
-
Niet lasbaar: -
Tab. 1
3
4
Deze procedures zijn nodig om dezelfde druk van het
tapeinde op het basismateriaal en dus een hogere
kwaliteit van de las te waarborgen.
• De kracht- en spanningswaarden die op het display
aangegeven worden, worden geadviseerd als een
beginpunt voor de correcte regeling van de generator en
de ijking van de kracht van het laspistool.
• Deze waarden zijn uitgeprobeerd op testwerkstukken van
"basismateriaal" met een dikte van 2 mm in het geval van
staal en roestvrij staal en een dikte van 1.2 mm in het geval
van aluminium.
• Verricht een aantal lassen en regel de spanning met de
knop G en de kracht van het laspistool met de regeling Q
tot een perfecte las wordt verkregen.
• Verwijder het laspistool perfect op een lijn met de stift om te
voorkomen dat de klem vervormd raakt (Afb.4).
• Verricht geen lassen op reeds gelaste tapeinden.
OK
OK
Afb.
Al Mg 3
AI Si 12
-
-
-
-
-
-
A
B
B
A
B
A
5
NO
NO
Al 99,5
-
-
-
B
B
B
45