NL
Alarm uit
Gebruikers kunnen het alarmsysteem uitschakelen met behulp
van het toetsenbord of door het gebruik van RFID-tags.
Het uitschakelen met behulp van het toetsenbord
Voer de gebruikerscode of administratiecode in en druk op de
toets
. Het LED-indicatielampje knippert één keer en het
toetsenpaneel piept één keer en stuurt een uitschakelsignaal
naar het bedieningspaneel.
Wanneer het bedieningspaneel het signaal ontvangt, zal de
sirene twee keer piepen en de [Alarm uit]-indicator licht op.
Het alarmsysteem gaat in de uitgeschakelde modus. In deze
modus zullen de sensoren die geactiveerd worden geen alarm
veroorzaken.
21
Het uitschakelen met de RFID-tag
Als direct uitschakelen d.m.v. RFID-tag is uitgeschakeld,
moet de gebruiker op
[*]
drukken om het toetsenpaneel te
wekken. Houd daarna de RFID-tag dicht in de buurt van het
toetsenpaneel om het systeem uit te schakelen.
Als direct uitschakelen d.m.v. RFID-tag is ingeschakeld kan de
gebruiker de RFID-tag in de buurt van de lezer houden om het
systeem uit te schakelen.
Thuis modus
Voer de gebruikerscode of administratiecode in en druk op de
toets
. Het LED-indicatielampje knippert één keer en het
toetsenpaneel piept één keer en stuurt een signaal voor de
verblijfmodus naar het bedieningspaneel.
Als het alarmpaneel het signaal ontvangt, piept de sirene
eenmaal. Het alarmsysteem gaat naar de verblijfmodus.
Alle sensoren in de andere zones zijn nu ingeschakeld om
indringers te voorkomen. Echter, de bewegingsmelders in de
zone van de thuis modus zijn uitgeschakeld, zodat de mensen
daar vrij in het huis kunnen bewegen.
NL
22