8. MOGELIJKE STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
1) Motor slaat niet aan.
2) Motor werkt wel, maar pomp geeft geen debiet.
3) Te laag debiet.
4) Motor stopt automatisch (klixon).
1 2 3 4 OORZAKEN
Geen stroom
X
X
Daling van het waterpeil in de put
Verkeerde spanning
X
Voorziene opvoerhoogte overschreden Controleer de opvoerhoogte en zoek drukverliezen
X
X
Thermische zekering slaat uit
Persleiding losgekoppeld
X
Putdebiet onvoldoende
X
X
Ingangsfilter van het water verstopt
Pomp stilgelegd door peilsondes
X
Voetklep omgekeerd gemonteerd
X
Slijtage in het hydraulisch gedeelte
X
Condensator niet goed aangesloten
X
X
(versie II)
Persleiding defect
X
Voedingskabel verbroken
X
9. TECHNISCHE GEGEVENS
Vloeistoftemperatuur: ...................... 4ºC - 40ºC
Omgevingstemperatuur: ................. 0ºC - 40ºC
Opslagtemperatuur: ..................... -10ºC - 50ºC
OPLOSSINGEN
Controleer de zekeringen en andere beschermingssystemen
Controleer of de pomp volledig is ondergedompeld
Controleer of de spanning overeenkomt met deze die is
aangegeven op het kenplaatje
Reset de thermische zekering of wacht tot deze afkoelt
Verbind deze leiding met de pompuitgang
Plaats een afsluiter op de uitgang om het debiet te reduceren.
Maak de aanzuigfilter schoon
Wacht tot het peil van de put zich herstelt
Keer de kleprichting om
Neem contact op met de Servicedienst
Zie verbindingsschema
Vervang deze leiding door een nieuwe
Controleer de elektrische kabel
Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving: ....... 95%
Motor klasse I.
Voor overige gegevens, zie afb. 2.
33
NL