3. Reglementair gebruik
Het digitale plaatsbepalingsapparaat is bedoeld
voor het lokaliseren van metaal, hout en span-
ningvoerende leidingen in muren, vloeren of
plafonds.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
Aanwijzing!
Het digitale lokaliseringsapparaat is optimaal ge-
schikt voor het lokaliseren van droogbouwmuren
tot max. 50 mm.
Aanwijzing!
Het digitale lokaliseringsapparaat is afhankelijk
van de constructie maar beperkt geschikt voor
het lokaliseren in stenen en betegelde muren.
4. Technische gegevens
Stroomtoevoer: ...................................................
..................1 x 9 V blokbatterij; type 6LR61 / 6F22
Registratiediepte hout, metaal: ......... max. 19 mm
Registratiediepte ijzerhoudende
metalen: ........................................... max. 50 mm
Registratiediepte koper: ................... max. 38 mm
Registratiediepte stroomvoerende
leidingen: ......................................... max. 50 mm
5. Vóór inbedrijfstelling
Batterijen plaatsen (fi g. 1)
•
Schakel het apparaat uit met de Aan/Uit-
schakeltoets (4).
•
Open het deksel van het batterijvak (5).
•
Verbind de batterij (a) met de stekker en let
daarbij op de juiste polariteit.
Anl_TC_MD_50_SPK2.indb 32
Anl_TC_MD_50_SPK2.indb 32
NL
•
Plaats de batterij in het batterijvak.
•
Sluit het deksel van het batterijvak (5) weer
en let erop dat dit weer inklikt.
6. Bediening
Gevaar!
•
Het meetinstrument kan geen honderd pro-
cent zekerheid garanderen. Om gevaren uit te
kunnen sluiten is het noodzakelijk om zichzelf
vóór elk boren, zagen of frezen in muren,
plafonds of vloeren door andere informa-
tiebronnen zoals bouwplannen, foto´s uit de
bouwfase enz. hiertegen te beschermen.
•
Nadat een materiaal in de muur werd her-
kend, moet altijd worden gecontroleerd of het
een spanningvoerende leiding betreft.
•
Het werken in de buurt van de elektrische
leidingen is alleen toegestaan, als de stro-
omtoevoer is geïsoleerd. Wend u in geval van
twijfel tot een elektricien of tot een gelijkaar-
dig gekwalificeerde persoon.
•
Balken en dragers zitten meestal in regel-
matige afstanden achter muren of plafonds.
Verschillende afstanden hebben bijv. elektri-
sche leidingen of waterleidingen. Bepaal de
afstand van de objecten voordat u begint te
werken aan muren of plafonds.
•
Afhankelijk van de gesteldheid van het op-
pervlak kunnen meetfouten optreden.
•
Het herkende object kan breder of smaller
zijn dan weergegeven op het display. Dit is
afhankelijk van de diepte.
6.1 Aan/Uit-schakeltoets
Druk op de Aan/Uit-schakeltoets (4) om het ap-
paraat in- resp. uit te schakelen.
Na 60 seconden zonder invoer schakelt het ap-
paraat zich automatisch uit.
6.2 Functies
Met de keuzetoetsen (3) kunt u kiezen uit 4 ver-
schillende functies:
STUD:
Voor metalen en niet-metalen materialen (hout,
metaal, ...)
•
Registratiediepte hout:
•
Registratiediepte metaal:
METAL:
Voor ijzerhoudende materialen en koperen buizen
•
Registratiediepte ijzerhoudende metalen:
- 32 -
max. 19 mm
max. 19 mm
13.06.2017 14:29:55
13.06.2017 14:29:55