OPMERKING:
• De batterij kan uitsluitend worden opgeladen wanneer
de luidspreker is ingeschakeld.
• Als u het apparaat voor een langere periode niet ge-
bruikt, dient u de batterij tenminste elke 3 maanden op
te laden. Zelfs wanneer het apparaat is uitgeschakeld,
zal de batterij voortdurend ontladen.
• Wanneer de batterij bijna leeg is, zal het BAT indica-
tielampje beginnen te knipperen. De batterij dient
opgeladen te worden.
• Als de batterij geheel is ontladen, kan het apparaat
niet via het stopcontact worden opgeladen. De batterij
dient in dit geval opgeladen te worden met gebruik
van de DC-12 V IN-invoer (18). De batterij kan ook via
deze invoer worden opgeladen wanneer het apparaat
is uitgeschakeld (netschakelaar op OFF-stand).
Werking
AC/DC POWER netschakelaar (19)
Gebruik de schakelaar om één van de volgende werkings-
modussen te selecteren:
-
DC ON
Stel de netschakelaar in op deze stand (a) als u het ap-
paraat wenst te bedienen via de DC-12 V IN aansluiting
of via de ingebouwde batterij. Het PWR indicatielampje
licht groen op.
-
OFF
Het apparaat is uitgeschakeld. Om het apparaat volledig
los te koppelen van de netvoeding, dient de netstekker
te worden verwijderd uit het stopcontact.
-
AC ON
Stel de netschakelaar in op deze stand (c) als u het ap-
paraat wenst te bedienen via de AC INPUT aansluiting.
Of als u de batterij parallel wenst op te laden. Het PWR
indicatielampje licht groen op.
OPMERKING:
Na ca. 3 minuten zonder signaalinvoer zal het apparaat
automatisch naar de standby-modus schakelen. Het PWR
indicatielampje (2) licht rood op. Om het apparaat weer
in gebruik te nemen, dient er op de INPUT knop (10) te
worden gedrukt. Als u het apparaat niet opnieuw wenst te
gebruiken, dient u de netschakelaar naar de "OFF" stand
te schakelen. Dit om te voorkomen dat de ingebouwde
batterij wordt ontladen.
Volume
Gebruik de MAIN VOL regelaar (12) om het gewenste vo-
lume in te stellen.
Selecteer de werkingsmodus
Druk herhaaldelijk op de INPUT knop (10) om de gewenste
werkingsmodus te selecteren.
USB
SD CARD
AUDIO IN
OPMERKING:
USB en SD CARD werkingsmodussen kunnen uitsluitend
worden geselecteerd als er een geschikt opslagmedium is
aangesloten.
Geluidsinstellingen (13/14)
Gebruik de TREBLE en BASS regelaars om de treble en de
bass af te stellen.
OPMERKING:
• Stel, indien nodig, de EQ-instellingen af op uw afspeel-
apparaat om een beter geluid te genereren.
• Instellingen die zijn aangepast met de TREBLE en
BASS regelaars hebben geen invloed op het geluid
van de microfoons.
Microfoon werking
U kunt de microfoons activeren voor de meezingfunctie
tijdens elke werkingsmodus. Het is mogelijk om beide micro-
foons tegelijk te gebruiken.
Batterijen invoeren (batterijen niet inbegrepen)
1. Open het batterijencomptiment aan de onderkant van
de microfoons.
2. Voer 2 type AA/R6 1.5 V batterijen in elk van de twee
microfoons. Zorg voor een correcte polariteit (zie bat-
terijencompartiment).
3. Sluit het batterijencompartiment.
Batterijen kunnen batterijzuur lekken. Als u de microfoons
voor een langere periode niet gaat gebruiken, dient u de
batterijen te verwijderen.
WAARSCHUWING:
Stel de batterijen niet bloot aan intense hiite, zoals zonlicht,
vuur, of iets dergelijks. Explosiegevaar!
LET OP:
• Gebruik verschillende types batterijen en oude en
nieuwe batterijen niet door elkaar.
• Gooi batterijen niet weg met het normale huishoudaf-
val. Breng lege batterijen naar de hiervoor bedoelde
inzamelingspunten of naar uw verkoper.
De microfoons gebruiken
1. Schuif de schakelaar op de microfoon omhoog. De scha-
kelaar geeft "ON" weer. De microfoons zullen automa-
tisch verbinding maken met de luidspreker.
2. Gebruik de MIC VOL regelaar (16) om het volume van de
microfoons in te stellen.
3. Gebruik de ECHO regelaar (15) voor het generen va
echo-effecten.
Nederlands
13
Bluetooth