Het aandraaikoppel instellen
► Fig.8: 1. Werkingsfunctiekeuzering 2. Instelring
3. Koppelaanduiding 4. Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het draaikoppel worden inge-
steld op 21 niveaus. Lijn de koppelaanduiding uit met het pijlte-
ken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel
kiest u 1 en voor het maximumaandraaikoppel kiest u 21.
Koppelaanduiding
Kolomschroef
Houtschroef Zachthout
(bijv.
naaldhout)
Hardhout
(bijv. meranti)
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
Optioneel accessoire
► Fig.9: 1. Bus 2. Dicht 3. Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
De haak aanbrengen
WAARSCHUWING:
bevestigingsmiddelen alleen waarvoor ze bedoeld
zijn, d.w.z. ophangen aan een gereedschapsgor-
del tussen werkzaamheden of tijdens pauzes.
WAARSCHUWING:
haak niet overbelast wordt aangezien een te hoge
kracht of onregelmatige overbelasting kan leiden
tot beschadiging van het gereedschap met per-
soonlijk letsel tot gevolg.
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef. Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het gereed-
schap veilig hangt voordat u het loslaat. Door
onzorgvuldig of ongebalanceerd ophangen kan het
gereedschap eraf vallen en persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
1
2
3
4
5
6
M4
–
–
Gebruik de opgang-/
Wees voorzichtig dat de
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait
u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk
identiek materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel
het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen
de schroefmaat en de koppelaanduiding.
7
8
9
10
11
12
M5
ɸ3,5 x 22
ɸ4,1 x 38
ɸ3,5 x 22
► Fig.10: 1. Gleuf 2. Haak 3. Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op te hangen.
De haak kan aan iedere zijkant van het gereedschap worden
bevestigd. Om de haak te bevestigen, steekt u deze in een gleuf
op een zijkant en zet u hem vast met de schroef. Om de haak
eraf te halen, draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
Het gat gebruiken
WAARSCHUWING:
nooit voor iets waar het niet voor bedoeld is,
bijvoorbeeld om het gereedschap mee vast te
binden op een hoge plaats. Stuikdruk in een zwaar
belast gat kan het gat beschadigen, waardoor letsel
kan ontstaan bij u of mensen rondom of onder u.
► Fig.11: 1. Ophanggat
Gebruik het ophanggat achteraan de onderkant van het
gereedschap om het gereedschap aan een muur te han-
gen met behulp van een ophangkoord of soortgelijk touw.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
► Fig.12: 1. Schroefbithouder 2. Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
De zijhandgreep (hulphandgreep)
aanbrengen
Optioneel accessoire
► Fig.13: 1. Uitsteeksel 2. Arm 3. Uitsparing
4. Handgreep
Breng de zijhandgreep zodanig aan dat de uitsteeksels op de
arm in de uitsparingen op het gereedschap vallen. Zet vervol-
gens de handgreep vast door deze rechtsom te draaien.
Afhankelijk van uw toepassing kan de zijhandgreep aan
de linker- of rechterkant van het gereedschap worden
gemonteerd.
40 NEDERLANDS
13
14
15
16
17
18
M6
–
ɸ4,1 x 38
Gebruik het ophanggat
19
20
21
–