• Controleer het apparaat regelmatig op dichtheid (dichtingen, kabeldoorvoeren en schroefverbindingen).
Wanneer deze controle niet wordt uitgevoerd, kan dit tot een aanzienlijk gevaar leiden.
• Defecte aansluitkabels, onderdelen van de behuizing of reparaties mogen uitsluitend door de fabrikant of een erkende
vakhandel worden vervangen resp. uitgevoerd.
• Het apparaat mag niet via een externe tijdschakelklok of een aparte afstandbediening worden gebruikt.
4. Gebruiksaanwijzing
4.1. Dompel de kalvermelkverwarmer met het verwarmingselement onder in de te verwarmen vloeistof. Let hierbij op de
maximale onderdompeldiepte, die gekenmerkt is door de vouw aan de bovenkant van de dompelbuis. Die mag
daarom niet worden overschreden. De verwarmingsring moet volledig in de vloeistof zijn ondergedompeld en de
greep mag in geen geval met de vloeistof in contact komen. De container moet hierbij uit hittebestendig
materiaal bestaan.
Maximale onderdompeldiepte nooit overschrijden! (Positie
„max.", zie grafiek blz. 3)
Minimale dompeldiepte nooit onderschrijden! (Positie „min.",
zie grafiek blz. 3)
4.2. Steek de netstekker in een stopcontact, die door een erkend gespecia-
liseerd bedrijf werd geïnstalleerd en die met een foutstroombescherm-
schakelaar (FI) met een aanspreekstroom van 30 mA beveiligd is. De
vloeistof mag nu niet meer worden aangeraakt!
4.3. Stel op de thermostaat de gewenste temperatuur in. ( 0 ) kkomt
overeen met een minimale temperatuur, (
overeen met een temperatuur van ongeveer 80°C. Tijdens het opwarmen brandt het rode controlelampje.
4.4. Opgelet: Toestel uitsluitend bedienen onder toezicht.
4.5. Let er bij langer opwarmen op dat de vloeistof altijd de verwarmingsring bedekt en de vloeistofstand niet zakt. Dek
het toestel of de container in geen geval af.
4.6. Als het rode controlelampje uitgaat, dan is de gewenste temperatuur bereikt. Draai de thermostaat op "minimale
temperatuur" en trek de stekker uit het stopcontact.
Laat de kalvermelkverwarmer nog ongeveer een minuut in de vloeistof staan voordat je hem eruit neemt.
4.7. Het verwarmingselement blijft ook na het uittrekken van de stekker heet en mag daarom niet worden aangeraakt.
Zet de kalvermelkverwarmer op een niet-brandbaar oppervlak. Het is verboden hem op brandbare oppervlakken
(stro) te zetten!
4.8. Na ieder gebruik moet de kalvermelkverwarmer worden gereinigd.
Het verwarmingselement kan met een sponsdoek (geen harde borstel, staalborstel, staalspons of andere schurende
reinigingsmiddelen gebruiken) en lauwwarme zeepsop worden gereinigd. De kalvermelkverwarmer direct na het
gebruik in koud of warm water zetten. Hierdoor kan de kalvermelkverwarming gemakkelijker worden gereinigd en
wordt de PTFE-laag ontzien. Voor het reinigen van de greep en de standaard gebruikt u een zachte vochtige doek of
een lap, die absoluut vrij van oplosmiddelen moet zijn (aceton, benzine, alcohol of dergelijke).
) komt overeen met een temperatuur van ca. 40°C, en (
17
) komt