CD GESYNCHRONISEERDE OPNAME
Dit apparaat kan de opname van een tapedeck automatisch synchroniseren met de CD weergave. Met deze functie kunt u
gemakkelijk en precies een CD op een cassetteband opnemen.
Voor het gebruik van deze functie heeft u een YAMAHA tapedeck nodig die compatibel is met deze functie. (Zie de
gebruiksaanwijzing van het tapedeck om uit te vinden of deze compatibel is of niet.)
* Dit apparaat en het tapedeck moeten dicht bij elkaar staan zodat beiden de signalen van de afstandbediening van dit apparaat gelijktijdig
kunnen ontvangen.
3
SYNCHRO
SPACE
TAPE
3
1
Druk op OPEN/CLOSE om de disc-lade te openen
en laad een disc.
OPEN/
CLOSE
2
Laad een cassetteband in het tapedeck.
* De piekniveau-zoekfunctie van dit apparaat is van
dienst voor het afstellen van het opnameniveau op het
tapedeck. (Zie bladzijde 20.)
3
Druk op SYNCHRO.
Dit apparaat stelt de pauzefunctie in en het tapedeck
stelt de opnamepauzefunctie in.
* In deze toestand knippert de tijdsdisplay op dit apparaat aan
en uit.
Kies indien nodig een gewenste spoor door het indrukken
van een cijfertoets of
).
5
of
OPEN/
1
DIMMER
CLOSE
TEXT/
TIME
PEAK
CLEAR
PROG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
+
0
I0
INDEX
SYNCHRO
/
(
SKIP/SEARCH
REPEAT
3
4
Druk op
.
Zowel de CD weergave als het tapedeck opname
beginnen.
* De CD weergave begint kort na de opname.
5
Indien u het opnemen kortstondig wilt onderbreken
en het opnemen vanaf een bepaald gewenst spoor
wenst te hervatten, dit apparaat stopzetten door het
indrukken van
, het tapedeck eveneens
stopzetten, en vervolgens de stappen 3–4
nogmaals uitvoeren.
Annuleren van gesynchroniseerde CD-
cassetteband opnamefunctie
Druk
in.
Opmerkingen
● Voer voor het beëindigen of stopzetten van de opname de juiste
bedieningsstappen op het tapedeck uit. (Zie voor nadere
bijzonderheden de bedieningshandleiding van het tapedeck.)
● In plaats van een gehele disc kunnen ook programma's van
geprogrammeerde sporen met behulp van deze functie worden
opgenomen. (Zie pagina's 14–15 voor de
programmeringsprocedure.)
● Deze functie kan ook worden gebruikt tezamen met de functie
automatische programmering voor cassetteband-opname. (Zie
pagina's 16–19.)
4
RANDOM
21
N-