4 De ontvochtiger
gebruiken
De
luchtkwaliteitsindicator
Kleur van de luchtk-
waliteitsindicator
Blauw
Blauw-violet
Rood-paars
Rood
De luchtkwaliteitsindicator gaat
automatisch branden wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld en
brandt achtereenvolgens in alle
kleuren. Na korte tijd kiezen de
luchtkwaliteitsensoren de kleur die
overeenkomt met de luchtkwaliteit en
luchtdeeltjes in de omgeving.
In- en uitschakelen
Opmerking
Sluit voor optimale prestaties
•
deuren en ramen.
Zorg ervoor dat er geen gordijnen in
•
de omgeving van de luchtinlaat of
luchtuitlaat hangen.
Plaats de ontvochtiger op een
•
vlakke en stabiele ondergrond voor
optimale ontvochtiging.
Controleer voordat u de
•
ontvochtiger inschakelt, of de
netspanning overeenkomt met de
spanning die op het apparaat staat
afgedrukt.
Luchtkwalitei-
tsniveau
Goed
Fair
Ongezond
Heel
ongezond
1
Steek de stekker van het apparaat
in het stopcontact.
» De ontvochtiger geeft een
pieptoon.
2
Tik eenmaal op de knop
apparaat in te schakelen (afb. h).
» De actuele vochtigheidsgraad
wordt weergegeven op het
scherm.
» De luchtkwaliteit wordt eerst
een tijdje door de ingebouwde
sensor gemeten. Vervolgens
licht de luchtkwaliteitsindicator
automatisch op in de kleur die
bij de luchtkwaliteit hoort.
» De ontvochtiger gaat naar de
gecombineerde automatische
modus.
3
Houd
3 seconden ingedrukt om
het apparaat uit te schakelen.
De
luchtvochtigheidsgraad
instellen
U kunt de gewenste luchtvochtigheid
40
50
instellen op
,
,
procent.
1
Tik een of meerdere keren op
de knop
om de gewenste
vochtigheidsgraad in te stellen. De
vochtigheidsindicator gaat branden
(afb. i).
om het
60
70
80
,
of
NL
159