van de bovenste lintzaagrol (8) aftrekken.
•
Bij de onderste lintzaagbladrol (7) gaat u ana-
loog te werk.
•
De nieuwe rubberen band (3) installeren, het
lintzaagblad (26) monteren en het zijdeksel
(12) terug sluiten
6.10. Tafelinzetstuk vervangen (fi g. 16)
Bij slijtage of schade moet het tafelinzetstuk (17)
worden vervangen, anders bestaat er verhoogd
gevaar een verwonding op te lopen.
•
Draai de bevestigingsschroef van het tafelin-
zetstuk (17) los met een kruiskopschroeven-
draaier (h). (Kruiskopschroevendraaier niet
meegeleverd.)
•
Het versleten tafelinzetstuk (17) naar boven
uitnemen.
•
De montage van het nieuwe tafelinzetstuk
gebeurt in omgekeerde volgorde.
6.11. Afzuigstomp (fi g. 2)
De lintzaagmachine is voorzien van een afzuigs-
tomp (6) voor spanen.
Sluit de lintzaag aan aan een afzuiginstallatie
voor spanen (niet meegeleverd) door de slang
van de afzuiginstallatie aan te sluiten aan de afzu-
igstomp (6).
6.12. Schuifstokhouder (fi g. 6)
•
De schuifstok dient steeds in de houder te
worden bewaard als u hem niet gebruikt.
7. Bediening
7.1. Aan-/uitschakelaar (fi g. 17)
•
De zaag kan worden aangezet door de groe-
ne toets „1" (g) in te drukken.
•
De zaag wordt afgezet door de rode toets „0"
(h) in te drukken.
•
De lintzaagmachine is voorzien van een on-
derspanningsbeveiliging. Als de stroom uitvalt
moet de lintzaagmachine opnieuw worden
ingeschakeld.
7.2. Parallelaanslag (fi g. 18)
•
Spanbeugel (21) van de parallelaanslag (24)
omhoog duwen
•
De parallelaanslag (24) aan de linker- of
rechterkant van het lintzaagblad (26) op de
zaagtafel (15) schuiven en afstellen op de
gewenste maat.
•
Spanbeugel (21) omlaag duwen om de
Anl_TC_SB_200_1_SPK2.indb 51
Anl_TC_SB_200_1_SPK2.indb 51
NL
parallelaanslag (24) vast te zetten. Mocht
de spankracht van de spanbeugel (21) niet
voldoende zijn, moet de spanbeugel (21)
met enkele slagen met te wijzers van de klok
mee worden gedraaid tot de parallelaanslag
voldoende vast zit.
•
Let er wel op dat de parallelaanslag (24)
steeds evenwijdig met het lintzaagblad (26)
loopt.
7.3. Schuine sneden (fi g. 19)
Om schuine sneden evenwijdig met het lintzaag-
blad (26) te kunnen doorvoeren kan de zaagtafel
(15) van 0° tot 45° naar voren worden schuin
gezet.
•
Vastzethendels (18) loszetten.
•
Zaagtafel (15) naar voren kantelen tot de
gewenste hoekmaat op de graadschaal (16)
bereikt is.
•
Vastzethendels (18) terug vastzetten.
•
Let op: Bij gekantelde zaagtafel (15) moet
de parallelaanslag (24) in werkrichting aan
de rechterkant van het lintzaagblad (26) aan
de neerwaarts gerichte kant worden aange-
bracht (indien toegestaan door de breedte
van het werkstuk) teneinde het werkstuk te
beveiligen tegen wegglijden.
8. Bedrijf
Let op ! Na elke nieuwe afstelling is het aan te
raden een proefsnede uit te voeren om de afge-
stelde afmetingen te controleren.
•
Bij het snijden is telkens de bovenste lintge-
leiding (11) zo dicht mogelijk bij het werkstuk
te plaatsen (zie 6.5)
•
Het werkstuk moet steeds met de beide han-
den worden geleid en vlak op de lintzaagtafel
(15) worden gehouden om te voorkomen dat
het lintzaagblad (26) gaat klemmen.
•
Het voorschuiven van het werkstuk dient altijd
met gelijkmatige druk te gebeuren die juist
volstaat zodat het lintzaagblad probleemloos
door het materiaal snijdt maar niet blokkeert.
•
Steeds de parallelaanslag (24) voor alle
snijtaken gebruiken waarvoor ze kunnen wor-
den ingezet.
•
Het is beter een snede in één keer uit te vo-
eren dan in meerdere stappen waar mogelijk
een terugtrekken van het werkstuk voor nodig
is. Als desondanks een terugtrekken niet te
vermijden is, moet de lintzaagmachine vooraf
worden uitgeschakeld en het werkstuk mag
- 51 -
08.09.2016 13:12:27
08.09.2016 13:12:27