Waarschuwing – accu
• Gebruik alleen geschikte laadapparatuur of USB-
aansluitingen voor het opladen.
• Gebruik defecte laadapparatuur of USB-
aansluitingen niet meer en probeer ze niet te
repareren.
• Het op te laden product niet overladen of
diepontladen.
• Opbergen, opladen en gebruiken bij extreme
temperaturen vermijden.
• Indien de accu's gedurende langere tijd worden
opgeborgen dienen ze ten minste elke 3 maanden
opgeladen te worden.
4.2. Opladen van eindapparatuur via USB-
verbindingskabel
• Verbind de geïntegreerde micro-USB-verbindingskabel
(OUT 5V/2,1A) met de micro-USB-aansluiting van uw
eindtoestel (mobiele telefoon, smartphone, enz.).
• Soms kan het voorkomen dat de geïntegreerde
verbindingskabel niet geschikt is voor de USB-
aansluiting van het eindtoestel. Gebruik dan de
USB-kabel van het eindtoestel.
• Start het opladen door op de toets van het Power
Pack te drukken. Tijdens het opladen tonen de
status-LED's de nog beschikbare capaciteit van het
Power Pack.
• De actuele accu-laadstatus van uw eindtoestel wordt
daarop weergegeven.
• Beëindig het opladen en schakel het Power Pack uit
door op de toets van het Power Pack te drukken. De
status-LED's gaan uit.
• In het geval dat er geen eindtoestel wordt
aangesloten, schakelt het Power Pack zich
automatisch na enige seconden uit.
18
Waarschuwing – aansluiten van
eindapparatuur
• Controleer voor het aansluiten van een eindtoestel
of het met de stroomlevering door het Power Pack
voldoende van stroom kan worden voorzien.
• Vergewis u ervan dat het totale stroomverbruik
van alle aangesloten eindapparatuur niet meer
dan 2100 mA bedraagt.
• Het is aanbevelenswaardig, te allen tijde slechts
één van beide USB-aansluitingen te gebruiken.
• Neem de aanwijzingen in de bedieningsinstructies
van uw eindtoestel in acht.
• Neemt u absoluut de aldaar vermelde informatie
en veiligheidsinstructies met betrekking tot de
stroomvoorziening van uw apparatuur in acht.
4.3. Opladen van eindapparatuur via inductieve
oplader
• Plaats uw eindtoestel met de achterzijde op de
oplaadplaat.
• Het opladen begint zodra een effectief inductieveld
is opgebouwd. De actuele oplaadstatus wordt op uw
eindtoestel weergegeven.
• Indien er geen inductieverbinding tot stand kan
worden gebracht, dan wijzigt u evt. de positie van
uw eindtoestel.
• Het opladen wordt automatisch beëindigd zodra de
accu van uw eindtoestel volledig is opgeladen.
• Neem uw eindtoestel van de oplaadplaat weg.
Aanwijzing
• Teneinde uw eindtoestel via de inductieve oplader
te kunnen opladen, dient dit met de inductie-
oplaadtechnologie compatibel te zijn. Lees hiervoor
de bedieningsinstructies van uw eindtoestel a.u.b.
• Denkt u eraan dat hoesjes, covers enz. voor uw
mobiele toestel alsmede andere materialen tussen
de inductieve oplader en de achterzijde van uw
eindtoestel het opladen kunnen storen of zelfs
verhinderen.