BEDIENING EN WERKING VAN DE AIRCONDITIONER
Controles voordat u het apparaat gaat gebruiken
• Controleer of aardingskabel los of verwijderd is.
• Controleer of het luchtfilter geïnstalleerd is in de binnenunit.
Verwarmingscapaciteit (alleen voor model met warmtepomp)
• Voor verwarmen wordt een warmtepompsysteem gebruikt dat van
buitenaf aangezogen lucht verwarmt en in de ruimte blaast.
Wanneer de buitenluchttemperatuur daalt, zal de verwarmingscapaciteit afnemen.
• Wanneer de buitenluchttemperatuur laag is, is het aan te bevelen om de installatie in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur te gebruiken.
Ontdooien tijdens verwarmen (alleen voor model met warmtepomp)
• Als in de buitenunit ijsvorming optreedt tijdens verwarmen, zal de besturing de werkingsmodus automatisch
omschakelen naar ontdooien, om de buitenunit op te warmen (gedurende ongeveer 2 tot 10 minuten).
• Tijdens ontdooien worden de ventilatoren van de binnen- en buitenunits gestopt.
Beveiliging gedurende 3 minuten
• De buitenunit kan niet binnen 3 minuten opnieuw worden ingeschakeld, nadat de airconditioner werd
uitgeschakeld of de AAN/UIT-schakelaar werd ingeschakeld. Dit is om het systeem te beschermen.
Netstroomonderbreking
• Als er tijdens bedrijf een stroomonderbreking optreedt, worden alle functies gestopt.
• Druk, om het apparaat opnieuw te starten, nogmaals op de AAN/UIT-toets.
Draaien van ventilator van een apparaat dat gestopt is
• Terwijl andere binnenunits in bedrijf zijn, zal de ventilator van de binnenunits die "standby" staan elk uur
gedurende enkele minuten draaien.
Beveiliging (Hogedrukschakelaar)
De hogedrukschakelaar stopt de airconditioner automatisch wanneer de airconditioner te zwaar belast wordt.
Als de beveiliging ingeschakeld is, zal de verklikkerlamp In bedrijf branden, maar de airconditioner niet werken.
Controleer, wanneer de beveiliging ingeschakeld is, of de melding "
knippert.
De beveiliging zal in de volgende gevallen ingeschakeld worden.
Bij koelen
• Wanneer de aanvoer- of uitblaasopening van de buitenunit afgesloten is.
• Wanneer sterke wind voortdurend tegen de uitblaasopening van de buitenunit blaast.
Bij verwarmen (alleen voor model met warmtepomp)
• Wanneer er veel stof of vuil op het luchtfilter van de binnenunit is neergeslagen.
• Wanneer de uitblaasopening van de binnenunit geblokkeerd is.
Koelen/verwarmen van de MiNi-SMMS airconditioner
Bij de MiNi-SMMS airconditioner kan elke binnenunit afzonderlijk bediend worden.
Het is echter niet mogelijk om gelijktijdig te koelen en te verwarmen met behulp van de binnenunits die verbonden
zijn met dezelfde buitenunit.
Wanneer koelen en verwarmen gelijktijdig ingeschakeld wordt, zal de koelende binnenunit stoppen en de melding
"
" op het bedieningspaneel gaan branden.
De verwarmende binnenunit blijft in bedrijf.
Als de beheerder een apparaat heeft ingesteld voor alleen koelen of alleen verwarmen, is het niet mogelijk om
een andere modus in te stellen.
Wanneer iemand toch probeert een andere modus in te stellen, gaat de melding "
branden en wordt het apparaat uitgeschakeld.
Kenmerken bij verwarmen (alleen voor model met warmtepomp)
• Wanneer het apparaat ingeschakeld wordt, zal het niet meteen warme lucht uitblazen. Na ongeveer 3 tot 5
minuten (afhankelijk van de ruimte en/of de buitenluchttemperatuur) zal de warmtewisselaar van de binnenunit
opgewarmd zijn, waarna er warme lucht uitgeblazen wordt.
• Tijdens bedrijf kan de buitenunit stoppen als de buitenluchttemperatuur te hoog wordt.
• Wanneer andere buitenunits verwarmen terwijl de ventilator ingeschakeld is, zal de ventilator tijdelijk
uitgeschakeld wordt om te voorkomen dat warme lucht uitgeblazen wordt.
Schakel de voedingsspanning
minimaal 12 uur voordat u het
apparaat gaat gebruiken in.
" in het display van de afstandsbediening
172
WAARSCHUWING
" op het bedieningspaneel