Een programma bestaat uit een in- en uit-
3
schakeltijd. Om een programma te kunnen
gebruiken, moet u beide tijden programmeren.
Zorg ervoor dat de tijdinstellingen van de
3
verschillende programma's elkaar niet
overlappen. Als er toch een overlapping bestaat,
heeft de inschakeltijd voorrang.
1.
Controleer of het apparaat zich in de bedrijfs-
modus AUTO (17) bevindt. Indien niet, scha-
kelt u de bedrijfsmodus AUTO (17) in (zie „Be-
drijfsmodus instellen").
2.
Kies met de toets TIMER (8) de programma-
functie. Op de LCD-display (1) verschijnt:
3.
Druk meermaals op de toets WEEK (10) om
één van de volgende mogelijkheden te kiezen:
één enkele weekdag,
–
één van de volgende combinaties
–
56