Anleitung RT_FF_1220_U_SPK2:_
8.3.2 Aandrijfriem spannen of verwisselen
De vier schroeven van de motorbevestiging met ±
1 slag losdraaien m.b.v. een inbussleutel (fig. 62).
De riem is dan ontspannen, indien nodig een
nieuwe riem installeren.
De motor met een schroevendraaier naar rechts
verschuiven tot de gewenste riemspanning is
bereikt. Motor steeds met de schroevendraaier
op positie houden terwijl u de 4
motorbevestigingsschroeven kruislings aandraait
(fig. 63).
Plastieken afdekking opnieuw aanbrengen.
8.4 Zaag afstellen
8.4.1 Aanslagbegrenzing voor de schuine stand
van het zaagblad afstellen
De zaag beschikt over afstelbare aanslagen voor de
standen 0° en 45°.
Voor de controle en afstelling:
De zaag naar de stand voor afkort- en
versteksneden brengen en de machinekop
ontgrendelen. De machinekop verticaal zetten.
Een winkelhaak van 90° tussen de zaagtafel (2)
en de linkerkant van het zaagblad (4) aanzetten
(fig. 64). Erop letten dat de winkelhaak schoon bij
het zaagblad aansluit en geenszins de
snijplaatjes van het zaagblad aanraakt.
Controleren of de hoek exact 90° bedraagt. Is dit
niet het geval, de contramoer (fig. 65, pos. 57)
losdraaien en de aanslagschroef (fig. 65, pos. 58)
afstellen. Daarna de contramoer terug aanhalen.
De aanslag voor 45° stelt u analoog met een
overeenkomstige aanslagwinkelhaak af.
Daarvoor de contramoer (fig. 65, pos. 59) en de
aanslagschroef (fig. 65, pos. 60) gebruiken.
8.4.2 Zaagblad of machinekop parallel
verschuiven
Het zaagblad kan in de richting van zijn as worden
verschoven. Het dient zich exact in het midden van
de zaagsleuf te bevinden.
De zaag naar de stand voor afkort- en
versteksneden brengen, de machinekop
ontgrendelen en verticaal zetten (zie 7.2.1.).
Contramoer (fig. 66, pos. 61) losdraaien. De
machinekop door draaien van de afstelmoer (fig.
66, pos. 62) verschuiven.
Staat het zaagblad exact centraal ten opzichte
van de zaagsleuf, contramoer (fig. 66, pos. 61)
terug aanhalen. Daarvoor de kipas met een
inbussleutel van 8 mm tegenhouden.
21.11.2007
13:57 Uhr
Seite 41
8.4.3 Arreteerpunten voor de draaitafel afstellen
De zaag naar de stand voor afkort- en
versteksneden brengen (zie ook 7.2.1.), de
machinekop in de onderste stand vergrendelen
(zie ook 7.3.1/7).
De draaitafel naar de 0° stand brengen (zie
7.2.3/B).
De 0° arreteerstand van de draaitafel controleren
door een winkelhaak van 90° tussen de
aanslagrail en het zaagblad aan te leggen (fig.
67).
Als er een bijregeling moet gebeuren, de
contramoer (fig. 68, pos. 63) losdraaien.
Afstelschroef (fig. 68, pos. 64) draaien tot de
hoek correct is.
Contramoer (fig. 68, pos. 63) terug aandraaien.
8.4.4 Schalen justeren
Elke schaal van de afkort- en verstekzaag moet
worden gecontroleerd en, indien nodig, bijgeregeld:
alle bevestigingsschroeven van de schalen
losdraaien.
De zaag op een hoekmaat exact afstellen, de
hoekschalen opnieuw uitrichten en terug
aanschroeven.
Afstellingen controleren d.m.v. van proefsneden.
8.4.5 Afstellen van het spouwmes
De afstelling van het spouwmes gebeurt zoals
getoond in fig. 69. Daarbij dienen de maten
opgegeven in de grafiek 46 in acht te worden
genomen.
9. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
NL
41