4 Ingebruikneming
Voordat u verbindingen tot stand brengt / loskop-
pelt en telkens voordat u inschakelt, moet u de
uitgangsregelaars BOOTH/
(23) en MASTER
(24) volledig terugdraaien.
4.1 Geluidsbronnen aansluiten
Omdat in de monokanalen niet omgeschakeld
kan worden tussen de ingangen, gebruikt u
ofwel de microfooningang (1) of de lijningang (2),
niet beide tegelijk.
4.1.1 Microfoons
Sluit microfoons aan op de gebalanceerd be-
drade XLR-jacks MIC (1) van de kanalen CH 1
en CH 2. Bij microfoons met fantoomvoeding
kunt u door op de toets PHANTOM 48V (21) te
drukken voor beide XLR-jacks samen een fan-
toomvoeding van 48 V inschakelen. Bij geacti-
veerde fantoomvoeding licht de fantoomvoe-
dings-led (20) op.
Opgelet: Bij ingeschakelde fantoomvoeding
mag er geen microfoon met ongebalanceerde
uitgang zijn aangesloten. U zou hem immers
kunnen beschadigen.
Om schakelploppen in de luidsprekers en in de
hoofdtelefoon te vermijden, schakelt u de fan-
toomvoeding pas in of uit, wanneer het meng-
paneel uitgeschakeld is of als de respectieve
uitgangsregelaars volledig teruggedraaid zijn.
4.1.2 Lijngeluidsbronnen
Sluit geluidsbronnen met lijnsignaalniveau (bv.
ontvangers van draadloze microfoonsystemen,
instrumenten, afspeelapparatuur) aan op de
6,3 mm-jacks (2) van de ingangskanalen. De
jacks zijn gebalanceerd bedraad. U kunt ook
apparatuur met ongebalanceerd bedrade uit-
gang aansluitingen via 2-polige stekkers.
– Sluit monoapparatuur aan op de kanalen
CH 1 en CH 2.
– Sluit stereoapparatuur aan op de kanalen
CH 3 / 4 en CH 5 / 6. Als u een monoapparaat
op een stereokanaal moet aansluiten, ge -
bruikt u alleen de jack L. Het monosignaal
wordt dan intern naar het rechter en linker
kanaal geschakeld.
Als de ingangskanalen niet volstaan, kunnen
voor het aansluiten van bijkomende lijnbronnen
ook volgende stereo-ingangen worden gebruikt:
– de ongebalanceerd bedrade 6,3 mm-jacks
STEREO AUX RETURN (9)
– de cinch-jacks TAPE IN (14)
Opmerkingen over de ingang STEREO AUX RETURN
1. Om een monoapparaat aan te sluiten op de ingang
STEREO AUX RETURN bij het model MMX-22,
gebruikt u alleen de jack L. Het monosignaal wordt
dan intern naar het rechter en linker kanaal gescha-
keld. Bij het model MMX-22UFX daarentegen sluit u
monoapparatuur via een Y-kabel aan op beide jacks.
2. Bij het model MMX-22UFX worden bij het aansluiten
van de beide jacks STEREO AUX RETURN telkens
de linker en de rechter uitgang van de interne effec-
tengenerator gedempt.
4.2 Effectenapparaat aansluiten
Via het uitgangskanaal kunt u signaaldelen van
de ingangskanalen afnemen, door een effecten-
apparaat sturen en na bewerking ervan aan het
mastersignaal toevoegen. Het signaal wordt na
de regelaar LEVEL (8) van het respectieve in-
gangskanaal afgenomen.
Sluit het effectenapparaat aan via de ongeba-
lanceerd bedrade 6,3 mm-jacks AUX SEND (10)
en STEREO AUX RETURN (9):
1) Verbind de ingang van het effectenapparaat
met de mono-uitgang AUX SEND.
2) Verbind de uitgang van het effectenapparaat
met de stereo-ingang STEREO AUX RETURN.
Neem de opmerkingen over de ingang in
hoofdstuk 4.1.2 in acht.
4.3 Recorder aansluiten
Een stereo-opnameapparaat, bv. bandrecorder
kan op de cinch-jacks TAPE IN (14) en TAPE
OUT (15) aangesloten worden:
1) Sluit de weergave-uitgang van de recorder
aan op de ingang TAPE IN.
2) Sluit de opname-ingang van de recorder aan
op de uitgang TAPE OUT; op de uitgang is
het met de regelaar MASTER (24) ingestelde
mastersignaal beschikbaar.
De cinch-aansluitingen kunnen echter ook voor
andere apparaten met lijnsignaalniveau gebruikt
worden, bv. kunt u een afspeelapparaat zoals
cd- of mp3-speler op TAPE IN of een bijko-
mende versterker op TAPE OUT aansluiten.
4.4 Monitorinstallatie en hoofdtelefoon
aansluiten
Via een stereohoofdtelefoon en / of via een moni-
torinstallatie in een afzonderlijke regieruimte
kunt u ofwel het afmengen van het geluid ofwel
het ingangssignaal van de jacks TAPE IN (14)
en de USB-jack (C)* beluisteren. Sluit de hoofd-
telefoon (minimumimpedantie 8 Ω) aan op de
6,3 mm-jack PHONES (11). Sluit de versterker
van de monitorinstallatie aan op de stereo-uit-
gang BOOTH OUT (12); de beide 6,3 mm-jacks
van de uitgang zijn ongebalanceerd bedraad.
4.5 De versterker aansluiten
Op de stereo-uitgang MASTER OUT (13) is het
met de regelaar MASTER (24) ingestelde mas-
tersignaal beschikbaar. Hier kunt u de versterker
voor PA-toepassing aansluiten (of een ander
apparaat met lijningang zoals een tweede meng-
paneel). De 6,3 mm-jacks van de uitgang zijn
ongebalanceerd bedraad.
4.6 Voedingsspanning
In- en uitschakelen
Verbind de bijgeleverde netadapter met de voe-
dingsspanningsjack (A) op de achterzijde en
plug de stekker in een stopcontact (230 V~/
50 Hz).
Om het mengpaneel in te schakelen, plaatst
u de schakelaar POWER (B) in de stand ON, om
uit te schakelen in de stand OFF. Bij een inge-
schakeld apparaat licht de POWER-led (18) op.
Opmerking: Wanneer u het mengpaneel langere tijd
niet gebruikt, trek dan de netadapter uit het stopcontact,
omdat deze zelfs bij uitgeschakeld mengpaneel toch
een geringe hoeveelheid stroom verbruikt.
4.7 Gegevens met een computer
uitwisselen*
Via de USB-bus (C) kunt u audiobestanden in
beide richtingen tussen mengpaneel en compu-
ter overdragen, ook tegelijk:
– Gebruik als ingang: Via de USB-bus inge-
voerde gegevens kunnen naar het mastersig-
naal geschakeld en via hoofdtelefoon / regie-
monitorinstallatie beluisterd worden.
– Gebruik als uitgang: De USB-bus voert het
met de regelaar MASTER (24) ingestelde
mastersignaal uit.
Om het mengpaneel met een computer te bedie-
nen, kunt u gebruik maken van de audiosoftware
die met het bedrijfssysteem is meegeleverd, of u
kunt bijkomende audiosoftware installeren. Ver-
schillende programmaʼs voor opnemen en
afspelen van audio vindt u gratis op het internet.
1) Start de computer en verbind de USB-bus
van het mengpaneel met een USB-aanslui-
ting van de computer.
2) Het ingeschakelde mengpaneel wordt door
de computer als USB-audioapparaat voor
geluidsinvoer en -uitvoer herkend. De ver-
eiste
besturingsprogrammaʼs
besturingsprogramma van het besturings-
systeem) zijn op de computer beschikbaar.
Opmerking: Als niet alle vereiste besturingspro-
grammaʼs op de computer beschikbaar zijn, moet u
ze achteraf installeren, bv. via de originele cd van
het besturingssysteem. Herstart de computer na de
installatie indien nodig.
3) Open het gebruikte audioprogramma en voer
hierin de nodige instellingen door voor de
geluidsweergave via het mengpaneel of voor
de geluidsopname van het mengpaneel
(
handleiding van het programma). Het
mengpaneel kan dan aan de hand van hoofd-
stuk 5 worden bediend.
Als er geen geluidsopname of geluidsweergave
gebeurt, dan moet u in de systeeminstellingen
controleren of de USB-interface voor de geluids-
invoer of geluidsuitvoer geselecteerd is.
Tip: Als het mengpaneel zowel met een computer ver-
bonden is als met de apparaten die via hun netsnoer
geaard zijn (bv. versterker), kunnen door aardlussen
storende bromtonen optreden. Om deze te vermijden,
kunt u het mengpaneel via een massascheidingsfilter
(bv. FGA-102 of FGA-202 uit het gamma van "img
Stage Line") met het respectieve apparaat verbinden.
5 Bediening
WAARSCHUWING Stel het volume van de ge -
luidsinstallatie en dat van de
hoofdtelefoon nooit zeer hoog
in. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het ge hoor raakt
aangepast aan hoge volumes
die na een tijdje niet meer zo
hoog lijken. Draai het volume
daarom niet verder open, zelfs
nadat u eraan gewoon bent.
5.1 Basisinstelling van de
ingangskanalen CH 1 tot CH 5 / 6
De volgende bedieningsstappen om het niveau
aan te passen en het geluid te corrigeren, dienen
alleen als hulp, er zijn ook andere methoden
mogelijk.
1) In de ingangskanalen
– alle regelaars LEVEL (8) en alle regelaars
AUX SEND (5) volledig terugdraaien
– alle regelaars GAIN (3), alle klankregel-
aars (4) en alle regelaars PAN en BAL (6)
in de middelste stand draaien
2) Draai bij het model MMX-22UFX de regelaar
AUX RETURN (19) volledig terug
3) Schakel de beide toetsen TAPE[/USB*] TO
BOOTH / PHONES (16) en TAPE[/USB*] TO
MIX (17) uit, als ze ingedrukt zijn.
4) Draai de masterregelaar MASTER (24) in de
middelste stand.
* alleen bij model MMX-22UFX
NL
B
(standaard
17