7) Na gebruik draait u de regelaar VOL . (3) zo
ver naar links tot de ontvanger uitschakelt .
Het display (7) toont kort de melding
gaat dan uit .
5.1 Kanaal instellen
Omdat sommige frequenties op de plaats van
gebruik reeds door andere radiosystemen bezet
kunnen zijn, moet de betreffende zender uitge-
schakeld blijven als het kanaal van de ontvanger
wordt ingesteld . Zo kunt u vaststellen of het ge-
selecteerde transmissiekanaal niet in gebruik is
en er zich geen storingen voordoen .
1) Stel met de toetsen en (6) het kanaal
in: toets voor de kanaalselectie omhoog,
toets voor de kanaalselectie omlaag . (Om
de kanalen snel te laten doorlopen, houdt u
de toets ingedrukt .)
Als de LED (2) na het instellen van het ka-
naal en bij uitgeschakelde zender groen op-
licht, dan worden er stoorsignalen resp . sig-
nalen van zenders van andere radiosystemen
ontvangen . Stel de ontvanger in dit geval in
op een ander kanaal .
2) Als voor de ontvanger een storingvrij kanaal
is geselecteerd, schakel dan de zender in en
stel in op hetzelfde kanaal (
wijzing van de zender) .
Opmerking: Bij de zender ATS-16T zijn de kanalen
met 0 tot F gemarkeerd:
Kanaal 0 komt overeen met kanaal 01,
Kanaal 1 komt overeen met kanaal 02,
...
Kanaal F komt overeen met kanaal 16 .
Tijdens het gebruik kan voor het ingestelde
kanaal kortstondig de radiofrequentie worden
weergegeven: zolang de toets
blijft, geeft het display de frequentie weer in
plaats van het kanaal .
Opmerking over het meerkanaalbedrijf:
Het aantal kanalen dat parallel kan worden gebruikt,
hangt af van de omstandigheden op de plaats van
gebruik (bijvoorbeeld van storingen door zenders van
andere radiosystemen of hogefrequentiebronnen zo-
als fluorescentielampen) . In optimale omstandigheden
kunt u maximaal vier kanalen tegelijk zonder onder-
18
en
☞
Gebruiksaan-
(8) ingedrukt
linge storingen gebruiken . Twee voorbeelden van een
gunstige kanaalkeuze voor vier radioverbindingen:
Voorbeeld 1:
Kanaal 01 – Kanaal 03 – Kanaal 06 – Kanaal 12
Voorbeeld 2:
Kanaal 06 – Kanaal 09 – Kanaal 15 – Kanaal 16
6 Technische gegevens
Radiofrequentiebereik: 863,1 – 864,9 MHz,
Toebehoren: 1 mono-oortelefoon,
Aansluitingen: 1 mono-oortelefoonuitgang
Voedingsspanning: 2 × 1,5 V-mignonbatterij of
Omgevingstemperatuur: 0 – 40 °C
Afmetingen (B × H × D): 64 × 175 × 37 mm
Gewicht: 200 g ( met accu's / batterijen)
6.1 Radiofrequenties
Kanaal
Frequentie
01
863,1 MHz
02
864,1 MHz
03
863,6 MHz
04
864,6 MHz
05
863,3 MHz
06
864,3 MHz
07
863,8 MHz
08
864,8 MHz
Wijzigingen voorbehouden .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be-
schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk –
voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
onderverdeeld in 16 kanalen
(
☞
Tabel onderaan)
dynamisch 32 Ω-systeem
met kabel van 1,2 m
via 3,5 mm-stereostekkerbus,
1 monolijnuitgang via
3,5 mm-stereostekkerbus
2 × 1,2 V-mignonaccu
(met antenne en riemklem)
Kanaal
Frequentie
09
863,2 MHz
10
864,2 MHz
11
863,7 MHz
12
864,7 MHz
13
863,4 MHz
14
864,4 MHz
15
863,9 MHz
16
864,9 MHz
INTERNATIONAL
®