5.1 De zenderfrequentie instellen
1) Houd de toets SET (7) 2 seconden inge-
drukt . Het display geeft even
en wisselt dan terug naar de vorige weer-
gave . In het display knippert MHZ .
Opmerking: Om de instelmodus zonder instel-
ling te verlaten, drukt u verschillende keren op
de toets SET tot op het display de melding
verschijnt . Het apparaat schakelt daarna terug
naar normaal bedrijf .
2) Stel met de pijltoetsen de frequentie in:
bij elke keer drukken op de toets
vermindert de frequentie met 125 kHz,
bij elke keer drukken op de toets
neemt de frequentie toe met 125 kHz .
Opmerking: Bij gelijktijdig gebruik van verschil-
lende radiosystemen moeten de radiofrequenties
van de afzonderlijke systemen zorgvuldig op
elkaar worden af ge stemd om storingen te ver-
mijden .
3) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken . Op het display verschijnt even de
melding
laten, het apparaat schakelt naar normaal
bedrijf .
5.2 Het apparaat vergrendelen /
ontgrendelen
Bij een vergrendeld apparaat is het niet mo-
gelijk om
a) het apparaat uit te schakelen; wordt bij
vergrendeld apparaat de POWER-scha-
kelaar (2) in de stand OFF geplaatst, dan
geeft het display
b) de zendfrequentie te wijzigen .
5.2.1 De vergrendelingsfunctie activeren
1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op:
Houd de toets SET (7) 2 seconden ingedrukt .
2) Zodra op het display MHZ knippert, drukt
u even op de toets SET om naar de ver-
grendelingsmodus te wisselen: Op het dis-
play knippert de melding
deling uitgeschakeld) .
3) Druk op de toets
knippert
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
18
, de instelmodus wordt ver-
weer .
(5): Op het display
.
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken . Op het display verschijnt even de
melding
weer
laten, het apparaat wisselt naar normaal
bedrijf .
5.2.2 De vergrendelingsfunctie uitschakelen
1) De POWER-schakelaar (2) moet op ON
staan .
2) Houd de toets SET (7) 3 seconden inge-
drukt tot de melding
knippert .
(6),
3) Druk op de toets
(5),
knippert de melding
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken . Op het display verschijnt even de
melding
laten, het apparaat schakelt naar normaal
bedrijf .
6 Technische gegevens
Apparaattype: . . . . PLL-multifrequentie-
Radio-
frequentiebereik: . . 863,125 – 864,875 MHz
Audio-
frequentiebereik: . . 40 – 18 000 Hz
Frequentiestabiliteit: ±0,005 %
Zendvermogen: . . . < 10 mW (EIRP)
Omgevings-
temperatuurbereik: 0 – 40 °C
Voedingsspanning: . twee mignon-batterijen
Afmetingen: . . . . . 78 × 190 × 34 mm
Gewicht: . . . . . . . . 160 g
Aansluiting: . . . . . . Mini-XLR
1
3
(vergren-
2
Wijzigingen voorbehouden .
,, de instelmodus wordt ver-
(6): Op het display
, de instelmodus wordt ver-
zakzender
van 1,5 V (R6, AA)
(B × H × D)
1 = massa
2 = signaalingang
3 = voedingsspanning 5 V voor
de microfoon
®
op het display
.
INTERNATIONAL