ingangskanalen. Hierdoor kan het signaal dat van de
effectengenerator komt met de equalizer (6) van het
kanaal bewerkt worden.
4.4 Voedingsspanning
Verbind het netsnoer met de netstekkeraansluiting
(29) en steek de netstekker van de kabel in een stop-
contact (230 V~/50 Hz).
5
Werking
1) Plaats de masterregelaars L/R (27) in de mini-
mumstand, alvorens het mengpaneel in te scha-
kelen. Zo vermijdt u luide inschakelploppen.
2) Plaats de schuifregelaar (31) in de ON-stand bij
gebruik van condensatormicrofoons met fantoom-
voeding. De rode LED "PHANTOM POWER" (19)
licht op ter indicatie.
Opgelet! Bij aansluiting van ongebalanceerde mi-
crofoons op de MIC-jacks (11) mag de centrale
fantoomvoeding niet ingeschakeld zijn. Zo niet,
kunnen de microfoons beschadigd worden. Plaats
de schuifregelaar (31) in de OFF-stand.
3) Schakel dan het mengpaneel in met de POWER-
schakelaar (28). De groene POWER-LED (20)
licht op. Schakel vervolgens de aangesloten toe-
stellen in.
5.1 Basisinstelling van de ingangskanalen
Voor een optimale niveauregeling van de signaal-
bronnen die op de ingangskanalen aangesloten zijn,
dienen alle equalizers (6), gain-regelaars (7) en pan-
orama- resp. balansregelaars (2 + 3) in de middelste
stand geplaatst te worden.
1) Met de masterregelaars wordt het mastersignaal
van alle ingangskanalen optimaal uitgestuurd.
Plaats de masterregelaars L/R (27) in een stand
2
die ongeveer
/
van het maximum bedraagt, bv.
3
stand 7 van de linker schaal.
2) Druk op de keuzetoets DISPLAY SELECTOR (22)
voor de VU-meter (18): De VU-meter geeft bij
que viene de la unidad de efecto con los controles de
tono (6) del canal.
4.4 Alimentacion
Conectar el cable de red en la toma del aparato (29),
y el enchufe a la toma (230 V~/50 Hz).
5
Funcionamiento
1) Antes de conectar el mezclador, los fader master
L/R (27) deben ponerse en el mínimo para evitar
un fuerte ruido.
2) Al usar el alimentador phantom para microfónos
de condensador, ponga el interruptor (31) en la
posición ON. El led rojo "PHANTOM POWER"
(19) de indicación se ilumina.
¡Atención! Si se conectan micrófonos asimétri-
cos a las tomas MIC (11), el alimentador phantom
no debe conectarse. Si no se hace, los micrófo-
nos pueden dañarse. Ponga el interruptor (31) en
la posición OFF.
3) Conectar entonces el mezclador mediante el in-
terruptor POWER (28). El led verde "POWER"
(20) de indicación de funcionamiento se ilumina.
Entonces, poner en marcha las demás unidades
conectades.
5.1 Configuracion básica de los canales de
entrada
Para obtener una escena nivelada óptima de las
fuentes señaladas que se conectan a los canales de
entrada poner todos los controles de tono (6), contro-
les de ganancia (7), y controles de panoramicos resp.
mandos de balance (2 + 3) en la posición media.
1) El nivel total de todos los canales de entrada se
controla mediante los faders master (27). Ponga
2
los faders L/R a aprox.
/
de la posición máxima,
3
por ej. en la posición 7 de la escala izquierda.
2) Pulse el interruptor seleccionador DISPLAY SE-
LECTOR (22) para el metro VU metro (18): en
esta posición del interruptor, el VU metro des-
deze stand van de toetsen links het signaalniveau
van de mono-ingangskanalen 1 tot 4 vóór de ka-
naalfaders (1) en rechts het signaalniveau van
alle ingangskanalen 1 tot 11/12 achter de kanaal-
faders.
3) Om een kanaal uit te sturen plaatst u de schuifre-
gelaars (1) van alle overige kanalen in de mini-
mumstand.
4) Stuur de geluidssignalen (testsignalen of muziek-
stukken) op het betreffende ingangskanaal.
5) Stuur met behulp van de fader (1) het kanaalni-
veau uit. Het kanaal is optimaal uitgestuurd, wan-
neer bij matig luide passages de rechter LED-rij
van de VU-meter niveauwaarden in de buurt van
0 dB weergeeft. Bij overbelasting licht de rode
LED "CLIP" op. De schuifregelaar moet zich na de
niveauregeling in ongeveer
2
/
waarde staan, zodat het regelgebied voor in- en
uitmixen voldoende groot is.
Indien de schuifregelaars bijna in de minimum-
of maximumstand staan, dient het niveau inge-
steld te worden door de ingangsversterking af te
regelen (enkel mogelijk bij kanalen 1 tot 7/8):
Draai de gain-regelaar (7) overeenkomstig dicht
resp. open. Voor de mono-kanalen 1 tot 4 dient de
linker LED-rij van de VU-meter als controle. Stel
de gain-regelaar zo in, dat de LED's niveauwaar-
den in de buurt van 0 dB weergeven. De ingangs-
versterker mag niet overstuurd worden (rode LED
"CLIP" licht op).
6) Stel vervolgens met de equalizer (6) het gewenste
klankbeeld voor het kanaal in. De hoge (regelaar
HIGH) en lage (regelaar LOW) tonen kunnen met
maximaal ±15 dB bijgeregeld worden. Wanneer
de regelaar zich in de middelste stand bevindt,
wordt de frequentie van het geluidssignaal niet
beïnvloed.
7) Voer de niveau- en klankregeling voor alle in-
gangskanalen uit op de hierboven beschreven
wijze.
pliega en el lado izquierdo el nivel de la señal
mono de los canales de entrada 1 a 4 antes de los
faders del canal (1) y en el lado derecho el nivel
de señal de todos los canales de entrada 1 a
11/12 después de los canales fader.
3) Para controlar otro canal, ponga el fader (1) de
todos los otros canales en su posición mínima.
4) Aplique las señales audio (señales de prueba o
piezas de música) en su resp. canal de entrada.
5) Control del nivel del canal mediante el fader (1).
El canal se controla a su nivel óptimo cuando la
fila correcta de LEDs del VU metro despliega
valores nivelados en el rango de 0 dB a pasajes
que están en el nivel medio. Las cargas excesivas
son indicadas a través de flashes del LED rojo
"CLIP". El fader debe ponerse a
posición máxima, para que no haya demasiado
rango de control y pueda regularse mediante el
fading in y out.
Cuando el fader está casí al mínimo o máximo
de su posición, el nivel debe ser emparejado re-
gulando la amplificación de la entrada (sólo posi-
ble con los canales 1 a 7/8): girar el mando de
ganancia (7) adelante o atrás según se desee.
Para los canales mono 1 a 4 la fila izquierda de
LEDs del VU metro sirve para supervisar el des-
pliegue: ajuste el mando de ganancia para que
los LEDs indiquen valores alrededor de 0 dB. El
amplificador de la entrada no debe cargarse
excesivamente (indicador de LED "CLIP" rojo ilu-
minado).
6) Entonces ajuste el sonido para el canal deseado
mediante los mandos de control (6). Las altas fre-
cuencias (mando "HIGH") y las bajas (mando
"LOW") pueden regularse a ±15 dB. Cuando los
mandos están en posición mediana, la respuesta
de frecuencia no se influenciará.
7) Dejar los ajustes de nivel y sonido para todos los
canales como se describió anteriormente.
5.2 Kanalen Aux-Send en Aux-Return
5.2.1 Aux Sends
Via de uitgangen Aux-Send (13 + 14) kunnen de sig-
nalen van elk ingangskanaal afzonderlijk uit het
mengpaneel afgesplitst worden en naar een nage-
schakeld toestel zoals een effectengenerator of mo-
nitorinstallatie gestuurd worden. Zie hiervoor ook
hoofdstuk 4.2 "Uitgangen".
1) Stel met de regelaars Aux 1 (5) voor elk kanaal
het gewenste niveau in, waarmee het signaal op
de masteruitgang Aux 1 (13) gemixt wordt. Het
signaal wordt vóór de betreffende kanaalfader (1)
afgenomen ("pre fader").
2) Stel met de regelaars Aux 2 Send (4) voor elk
kanaal het gewenste niveau in, waarmee het sig-
naal op de masteruitgang Aux 2 (14) gemixt
van de maximum-
3
wordt. Het signaal wordt achter de betreffende ka-
naalfader (1) afgenomen ("post fader").
5.2.2 Aux Returns
De afgesplitste signalen kunnen naar een effecten-
generator gestuurd worden en via de ingangen Aux-
Return (12) terug naar het mengpaneel gestuurd. Zie
hiervoor ook hoofdstuk 4.3 "Toestellen invoegen".
1) Met behulp van de regelaar Aux-Return 1 (26)
worden de signalen op de ingang Aux-Return 1
(12a) naar de stereo-masteruitgang gemixt. Stel
met behulp van de regelaar het gewenste niveau
in.
2) Indien de toets (25) niet ingedrukt is, is de ingang
Aux-Return 2 (12b) naar het masterkanaal ge-
schakeld. Met de regelaar Aux-Return 2 (24) wor-
den de signalen op de ingang Aux-Return 2 naar
de stereo-masteruitgang gemixt. Stel met behulp
van de regelaar het gewenste niveau in.
5.3 Insert-jacks
Via de Insert-jacks (8) in de mono-ingangskanalen 1
tot 4 is het mogelijk om de signalen van het kanaal
rechtstreeks naar het mengpaneel te sturen of om
een bijkomend toestel zoals een equalizer of com-
pressor in te voegen, naargelang van het type stek-
5.2 Aux Sends y Returns
5.2.1 Aux Sends
Las señales de cada uno de los canales sencillos de
entrada pueden tomarse vía las salidas Aux Send
(13 + 14) y alimentar a un aparato subsecuente (por
ej. una unidad de efecto, un sistema monitor). Tam-
bién refiérase al capítulo 4.2 "Salidas."
1) Utilizar los controles Aux 1 Send (5) para ajustar
para cada canal el nivel deseado con el que la
señal pueda mezclarse a la salida master Aux 1
(13). La señal se anula antes del resp. canal fader
(1) ("pre fader").
2) Utilizar los controles Aux 2 Send (4) para ajustar
para cada canal el nivel deseado con el que la
señal se mezcla a la salida master Aux 2 (14). La
2
/
aprox. de su
3
señal se quita después del resp. canal fader (1)
("post fader").
5.2.2 Aux Returns
Las señales que se envían fuera y que se toman a
través de una unidad de efecto, pueden alimentarse
atrás en el mezclador vía las entradas Aux Return
(12). También refiérase a capítulo 4.3 " Inserción de
aparatos."
1) Las señales a la entrada Aux Return 1 (12a) se
mezclan en la salida estéreo master mediante el
control Aux Return 1 (26). Ajuste el nivel deseado
mediante el mando.
2) Cuando el botón (25) no está pulsado, la entrada
Aux Return 2 (12b) es cambiada a la salida
master estéreo. Las señales en la entrada Aux
Return 2 se mezclan en la salida master estéreo
mediante los controles Aux Return 2 (24). Ajuste
el nivel deseado mediante el mando.
5.3 Tomas INSERT
Con las Tomas INSERT (8) en los canales de en-
trada mono 1 a 4 es posible dirigir las señales direc-
tamente fuera del mezclador o insertar un aparato
adicional (por ej. un ecualizador, un compresor) en el
canal, dependiendo de la conexión que se utilice
(mono/estéreo) y cómo se conecte. Refiérase al
NL
B
E
17