IMG STAGELINE GA-12100R Manual De Instrucciones página 13

Tabla de contenido

Publicidad

Zorg ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen
steekt. Er bestaat immers gevaar voor elektrische
schokken!
Schakel het apparaat niet in resp. trek onmiddel-
lijk de stekker uit het stopcontact:
1. wanneer het apparaat of het netsnoer zichtbaar
beschadigd is,
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact, maar met de stekker zelf.
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen en uitrusting
De GA-12100R is een krachtige gitaarversterker
(100 W) voor het gebruik op het podium. De twee
omschakelbare kanalen bieden de muzikant de
mogelijkheid tussen de vervormde klank (OVER-
DRIVE CHANNEL) en onvervormde klank (NOR-
MAL CHANNEL) te kiezen. Het NORMAL CHAN-
NEL en het OVERDRIVE CHANNEL beschikken
over een 3-bandse equalizer.
Via twee onafhankelijke versterkingsregelaars in
het OVERDRIVE CHANNEL en een bijkomende
regelaar CONTOUR voor Gain 2 kunt u diverse ver-
vormde klanken instellen.
2. Después de una caída o accidente similar, el
aparato presente defectos.
3. Surjan mal funcionamientos.
En cualquier caso, los daños deben de ser arre-
glados por un técnico especializado.
No tirar nunca del cable sector para desenchu-
farlo, sujételo siempre por la toma.
Para limpiar el aparato, utilizar un paño seco y
blando, en ningún caso productos químicos ni
agua.
En caso de daños materiales o corporales resul-
tandos, no nos responsabilizamos; si el aparato
ha estado utilizado por otras finalidades de las
que había estado fabricado, no está conectado o
utilizado correctamente o no está reparado por
una persona experta; por estos mismos motivos
carecería todo tipo de garantía.
Cuando el aparato esté definitivamente
retirado del servicio, tendrá que deposi-
tarlo en una fábrica de reciclaje adaptada
para su eliminación no contaminante.
3 Aplicaciones y equipamiento
El GA-12100R es un potente amplificador de gui-
tarra (100 W) para aplicaciones en el escenario. Los
dos canales conmutables permiten al músico de se-
leccionar entre sonido distorsionado (OVERDRIVE
CHANNEL) y sonido no distorsionado (NORMAL
CHANNEL). El canal NORMAL CHANNEL y el
canal OVERDRIVE CHANNEL están equipados con
un ecualizador de 3 vías.
A través de dos potenciómetros de ganancia
independientes en el canal OVERDRIVE CHANNEL
y un potenciómetro adicional CONTOUR para
gain 2 es posible ajustar distintos sonidos distorsio-
nados.
El amplificador está equipado con un espiral de
reverberación. Es posible añadir el efecto de rever-
De versterker is uitgerust met een nagalmspiraal.
Het nagalmeffect kan op beide kanalen aan het sig-
naal worden toegevoegd. De instelling van het
kanaal, van de versterking en de activering van het
nagalmeffect zijn ook mogelijk met behulp van een
voetschakelaar. De versterker beschikt bovendien
over diverse aansluitmogelijkheden: het effectin-
voegkanaal met regelbare SEND- en RETURN-
niveaus, lijnuitgang evenals uitgangen voor een
externe luidspreker en een hoofdtelefoonaansluiting.
4 Het toestel aansluiten
De in- en uitgangen mogen pas worden aangeslo-
ten, als de versterker is uitgeschakeld.
1) Sluit de elektrische gitaar aan op de ingangsjack
INPUT (1).
2) Indien het omschakelen van kanalen en van de
versterkingsregeling
voor
CHANNEL via een voetschakelaar moet gebeu-
ren, sluit deze dan aan op de jack CH/GAIN (23).
Om via een voetschakelaar het nagalmeffect in
en uit te schakelen, sluit u deze aan op de jack
REVERB (24).
Voor CH/GAIN (23) hebt u een dubbele voet-
schakelaar nodig, b.v. FS-202 van "img Stage
Line", voor REVERB (24) een enkele voetscha-
kelaar, b.v. FS-100 van "img Stage Line". Bij ge-
bruik van de 3-voudige voetschakelaar FS-300
van "img Stage Line" moeten de beide mono-
stekkerbussen voor de kanaal- en gainomscha-
keling via een adapter naar een stereostekker-
bus worden gestuurd.
REVERB OFF
REVERB ON
REVERB, jack (24)
CHANNEL/GAIN, jack (23)
beración a los dos canales. La conmutación de los
canales, de ganancia y la activación del efecto de
reverberación puede también llevarse mediante un
pedal. A la vez, el amplificador tiene muchas posibi-
lidades de conexión: vía de inserción de efectos con
niveles SEND y RETURN adjustables, Line-out y
salidas para un altavoz externo y conexión de auri-
culares.
4 Haciendo conexiones
Todas las conexiones deben hacerse sólo con el
amplificador de guitarra desconectado.
1) Conectar la guitarra eléctrica a la toma de en-
trada INPUT (1).
2) Para la conmutación de canal y del gain para el
canal overdrive channel a través de un pedal,
conectarlo a la toma CH/GAIN (23). Para conec-
tar y desconectar el efecto de reverberación a
través de un pedal, conectarlo a la toma
REVERB (24).
Para la conexión de la toma CH/GAIN (23) se
necesita un pedal de doble botón p. ej. FS-202
de "img Stage Line", para REVERB (24) se nece-
sita un pedal de un solo botón, p.ej. FS-100 de
"img Stage Line". Si el pedal de triple botón FS-
300 de "img Stage Line" se utiliza alternativa-
mente, las dos tomas mono 6,3 mm para la con-
mutación del CHANNEL y del GAIN deben ir a
través de un adaptador a una toma estéreo de
6,3 mm.
REVERB OFF
REVERB ON
REVERB, toma (24)
CHANNEL/GAIN, toma (23)
3) Een extern effectenapparaat kan via de jacks
SEND (28) en RETURN (26) worden tussenge-
voegd (verbind SEND met de ingang en RE-
TURN met de uitgang van het externe effecten-
apparaat). Het niveau wordt via de regelaar
LEVEL (25, 27) op het effectenapparaat aange-
past. Draai de regelaar SEND LEVEL (27) zover
open tot de ingang van het effectenapparaat niet
meer wordt overstuurd. Draai de regelaar
RETURN LEVEL (25) zover open tot de eindver-
sterker niet meer wordt overstuurd.
4) Op de jack LINE OUT (22) kunt u b.v. een bijko-
mende versterker, een mengpaneel of een opna-
meapparaat aansluiten. Het niveau op deze jack
is onafhankelijk van de instelling van de volume-
regelaar VOLUME (14).
5) U kunt een externe luidspreker van 8 Ω aanslui-
ten op de jack EXTERNAL SPEAKER min. 8 Ω
(21) of een externe luidspreker van 4 Ω op de
jack EXTERNAL SPEAKER min. 4 Ω (20).
het
OVERDRIVE
Houd in elk geval rekening met de noodzake-
lijke minimumimpedantie, zodat u de versterker
niet overbelast. Bij aansluiting van een externe
luidspreker op de jack 8 Ω (21) wordt de interne
luidspreker parallel gebruikt, terwijl het gebruik
van de jack 4 Ω (20) de interne luidspreker uit-
schakelt.
6) U kunt een hoofdtelefoon (impedantie ≥ 8 Ω) op
de jack PHONES (15) aansluiten. Bij aansluiting
van de hoofdtelefoon wordt de luidspreker uitge-
schakeld.
Opgelet:
Stel het volume nooit te hoog in als u een hoofd-
telefoon gebruikt. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor beschadigen! Het
NORMAL
OVERDRIVE
gehoor raakt aangepast aan hoge volumes die
na een tijdje niet meer zo hoog lijken. Verhoog
GAIN1
daarom het volume niet nog meer, nadat u er
GAIN 2
gewoon aan bent geraakt.
7) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack (17) en plugt u het in een stop-
contact (230 V~/50 Hz).
3) Una unidad externa de efectos puede insertarse
a través de las tomas SEND (28) y RETURN (26)
[conectar SEND a la entrada y RETURN a la
salida de la unidad externa de efectos]. El nivel
puede adaptarse a la unidad de efectos vía los
potenciómetros LEVEL (25, 27). Subir el SEND
LEVEL (27) hasta que la entrada de la unidad de
efectos no se sobrecargue. Subir el RETURN
LEVEL (25) hasta que el no se sobrecargue el
amplificador.
4) Es posible conectar por ejemplo un amplificador
adicional, un mezclador, o una unidad de graba-
ción a la toma LINE OUT (22). El nivel en esta
toma es independiente del ajuste del potenció-
metro VOLUME (14).
5) Es posible conectar un altavoz externo de 8 Ω a
la toma EXTERNAL SPEAKER min. 8 Ω (21) o
un altavoz externo de 4 Ω a la toma EXTERNAL
SPEAKER min. 4 Ω (20).
En cualquier caso, observar la impedancia
mínima requerida para evitar sobrecargar el am-
plificador. Cuando se conecta un altavoz externo
a la toma de 8 Ω (21), el altavoz interno funciona
en paralelo mientras que utilizando la toma de
4 Ω (20) se desconecta el altavoz interno.
6) Los auriculares (impedancia ≥ 8 Ω) pueden co-
nectarse a la toma PHONES (15). Cuando se co-
nectan los auriculares, el altavoz se desconec-
tará.
¡Precaución!
Nunca ajustar un volumen muy elevado cuando
se utilizan auriculares. Volúmenes elevados
permanentes pueden dañar sus oídos! La oreja
NORMAL
OVERDRIVE
humana se acostumbra a los volúmenes eleva-
dos que a la larga no parecen tan elevados. Por
GAIN1
eso, no aumentar más el volumen una vez se
GAIN 2
ha acostumbrado.
7) Finalmente conectar el cable principal entregado
primero a la toma principal (17) y luego a la toma
de corriente principal (230 V~/50 Hz).
NL
B
E
13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

24.3880

Tabla de contenido