Op de uitklapbare pagina 3 vindt u een over-
NL
zicht van alle bedieningselementen en de aan-
B
sluitingen.
1
Overzicht van de bedienings -
elementen en aansluitingen
1 Witte stroboscoopleds (8 ×)
2 Lenzen voor de gekleurde leds (8 ×)
3 Opening voor de laserstralen
4 Montagebeugel
5 Bedieningstoetsen
Toets FUNC om de bedrijfsmodus te selecteren
De toetsen UP en DOWN om een instelling te
wijzigen
Toets ENTER om een instelling op te slaan en
het submenu voor de processnelheid (S 0 ...
S100) te openen
6 Leds voor de bedrijfsmodus
DMX
= DMX-bedrijf
SOUND = muziekgestuurde lichtshow
AUTO
= automatisch lopende lichtshow
SLAVE = slavebedrijf: Besturing door een aan-
gesloten masterapparaat
7 Display
8 Microfoon voor muziekgestuurde lichteffecten
9 Regelaar SENSITIVITY voor het instellen van
de
microfoongevoeligheid
stuurde lichteffecten
10 XLR-inbouwstekker DMX INPUT: DMX-signaal-
ingang voor aansluiting van een lichtregelaar of
voor aansluiting van een andere DMX-gestuurd
apparaat op de DMX-signaaluitgang
11 XLR-jack DMX OUTPUT: DMX-signaaluitgang
voor aansluiting op de DMX-ingang van een
andere DMX-gestuurd apparaat
12 Vastzetschroef (2 ×) voor de montagebeugel
13 Sleutelschakelaar LOCK om de laserstralen uit
te schakelen (als beveiliging tegen gebruik door
onbevoegden)
14 Houder voor de netzekering
Vervang een gesmolten zekering uitsluitend
door een zekering van hetzelfde type.
15 POWER-jack voor aansluiting op een stopcon-
tact (230 V~ / 50 Hz) met behulp van het bijgele-
verde netsnoer
16 Aansluiting POWER OUT voor de voedings-
spanning van een ander apparaat
17 Aansluiting REMOTE voor een noodstopscha-
kelaar
Schakelaar gesloten = laser uit
Schakelaar open
18 Hijsoog voor bevestiging van een hijskabel
28
voor
muziekge-
= laser aan
2
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle rele-
vante EU-Richtlijnen en is daarom gekenmerkt
met
.
2.1 Specifieke aanwijzingen
voor laserapparatuur
Het apparaat is in overeenstemming met de laser-
klasse 3 R. De lasers hebben volgende vermogens
en golflengten:
Vermogen
groene laser
rode laser
Bij apparaten met de laserklasse 3 R moet een
laserveiligheidsverantwoordelijke schriftelijk wor-
den aangesteld en tijdens het bedrijf aanwezig zijn
(voorschrift BGV B2 van de Duitse beroepsvereni-
ging). Bovendien is een inspectie vereist.
Bij naleving van een afstand van ten minste één
meter tot de laserstraalopening (3) neemt het laser-
vermogen dermate af dat aan laserklasse 2 M vol-
daan wordt. Een laserveiligheidsverantwoordelijke
is in dit geval niet vereist, maar wel moeten vol-
gende veiligheidsinstructies in acht genomen wor-
den:
WAARSCHUWING 1. Kijk niet in de straal! De laser-
stralen zijn bij kortstondige
blootstelling (max. 0,25 sec)
echter ongevaarlijk voor de
ogen.
2. De laserstralen mogen echter niet met optische
instrumenten (bv. vergrootglas of telescoop)
worden bekeken. Anders zou het netvlies
onherstelbaar beschadigd kunnen worden.
3. Richt de laserstraal nooit op de ogen van per-
sonen of dieren. Wees voorzichtig, wanneer u
het apparaat op spiegelende vlakken richt!
Zorg dat de laserstralen niet door reflectie in de
ogen schijnen.
4. Open het apparaat niet of voer geen wijzigin-
gen door. Een wijziging kan leiden tot het uit-
sturen van gevaarlijke laserstralen (hogere
laserklasse).
2.2 Algemene veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING De netspanning van de apparaat
is levensgevaarlijk. Open het ap-
paraat niet! U loopt immers het
risico van een elektrische schok.
G
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis; vermijd druip- en spatwater, plaatsen
Golflengte
50 mW
532 nm
100 mW
650 nm