Verbind bij gelijkstromen tot 300 mA (MT-300) resp. 500 mA (MT-
NL
200) het rode meetsnoer met de jack " V.Ω.A" (10), en draai de
B
keuzeschakelaar in een van de "DC A"-bereiken. Men begint het
best met het bereik van 300 mA (MT-300) resp. 500 mA (MT-200).
2) Maak de te meten stroomkring los. Houd de rode meetpen
tegen het positieve punt en de zwarte meetpen tegen het nega-
tieve punt.
3) Lees de meetwaarde af van de zwarte schaal "DC". Wanneer
de wijzer negatief (naar links) uitslaat, is de polariteit niet cor-
rect: verwissel de meetpennen aan de meetpunten.
5.3 Meting van de weerstand
Meet in geen geval binnen een schakeling, wanneer deze onder
spanning staat!
Meet een weerstand altijd afzonderlijk, anders is de meting niet
correct. Hiervoor moet de component soms uit de schakeling
losgesoldeerd worden.
1) Het rode meetsnoer moet met de jack "
den zijn.
2) Plaats de keuzeschakelaar (1) in een van de bereiken "OHMS".
3) Controleer de 0 Ω-ijking in het geselecteerde ohmbereik: bij
kortgesloten meetpennen moet 0 Ω op de groene schaal weer-
gegeven worden. Stel de schaalwijzer eventueel met behulp
van de instelknop "OHMS ADJUST" (8) in op 0 Ω. Nu kunt u een
nauwkeurige ohmmeting uitvoeren.
4) Houd de meetpennen tegen de weerstand resp. tegen de over-
eenkomstige meetpunten.
Opmerkingen:
a. In plaats van de meetpennen kort te sluiten, kan bij het model
MT-300 ook de toets "0Ω CAL. SW" (2) ingedrukt gehouden
worden. In het bereik "X 1" is evenwel toch een kortsluiting van
de meetpennen aanbevolen, omdat hierdoor de weerstand van
de meetsnoeren gecompenseerd wordt.
b. Vervang de 1,5 V-batterijen, wanneer de wijzer bij de 0 Ω-ijking
niet meer op 0 Ω ingesteld kan worden. Bij het model MT-300
moet bovendien de 9 V-batterij vervangen worden, wanneer
een ijking in het bereik "X 10K" niet meer mogelijk is. Zie hoofd-
stuk 6 "Batterijen of zekering vervangen".
40
V.Ω.A" (10) verbon-