4) Selecteer het nummer van de eerste track
voor de trackreeks met de toetsen REV –
SKIP – CUE (7) of voer het nummer in met de
cijfertoetsen (40). Zorg bij mp3-bestanden in
mappen ervoor dat niet alle bestanden door-
genummerd zijn, maar dat telkens het eerste
bestand van een map het nummer 1 draagt.
5) Om op te slaan, drukt u opnieuw op de toets
PROG. Op het display verschijnt het volgende
geheugenplaatsnummer, bijvoorbeeld
6) Herhaal de stappen (3), 4 en 5 voor alle vol-
gende gewenste tracks tot de volledige reeks
tracks is geprogrammeerd.
7) Om de reeks tracks te starten, drukt u op de
toets PLAY/ PAUSE (9). In de bovenste dis-
playregel verschijnt links de melding
voor memory, en de reeks tracks wordt afge-
speeld.
8) Met de toetsen REV – SKIP – CUE kunt u
elke track van de reeks selecteren, of u kunt
door de betreffende toets ingedrukt te hou-
den de functie Snel vooruit / achteruit zoeken
binnen een track activeren.
9) Na het afspelen van de reeks tracks of bij het
drukken op de toets STOP, wordt het afspe-
len beëindigd. Indien u de reeks tracks op -
nieuw wilt starten, drukt u eerst op de toets
PROG en dan op de toets PLAY/ PAUSE.
Opmerking: Een geprogrammeerde reeks tracks wordt
gewist bij het wisselen van de geluidsdrager, bij het
drukken op de toets FUNC (17), bij het drukken op de
toets STOP in de programmeermodus en bij het uit-
schakelen van het apparaat.
6.3 Bediening van
de Bluetooth-ontvanger
Met de Bluetooth-ontvanger kan een radiover-
binding met een Bluetooth-signaalbron (bv.
notebook, smartphone, tablet-pc) tot stand ge -
bracht worden, om de daarop opgeslagen audio -
bestanden via de CD-112RDS / BT af te spelen.
Opmerking: De Bluetooth-signaalbron moet volgens
het A2DP-protocol werken (Advanced Audio Distribu-
tion Profile). Anders is er geen radioverbinding moge-
lijk.
1) Schakel de Bluetooth-functie op de note-
book, smartphone of tablet-pc in (zie handlei-
ding van het toestel).
2) Om de Bluetooth-ontvanger van de CD-
112RDS / BT in te schakelen, houdt u de toets
BT POWER (25) kort ingedrukt tot de led
PAIR (23) knippert.
3) Om de CD-112RDS / BT te koppelen met de
Bluetooth-signaalbron houdt u de toets PAIR
(22) kort ingedrukt tot de led PAIR langzamer
knippert. Zodra de radioverbinding tot stand
is gebracht, licht de melding PAIR constant
op.
Opmerking: De CD-112RDS / BT wordt op het
display Bluetooth-signaalbron weergegeven met
"Audio Bluetooth".
4) Start het afspelen van een track op de Blue-
tooth-signaalbron.
5) Met de toets
(25) kunt u het afspelen
onderbreken en weer voortzetten.
Opmerking: Zodra het afspelen onderbroken is, is
op de uitgang PRIORITY (34) het signaal van de cd/
mp3-speler of van de tuner beschikbaar.
6) Met de toetsen DOWN /
kunt u naar de volgende of vorige track sprin-
gen (kort op de toets drukken) evenals snel
achteruit of vooruit zoeken (toets ingedrukt
houden).
7) Als de Bluetooth-ontvanger uitgeschakeld
moet worden, houdt u de toets BT POWER
ingedrukt tot de led PAIR dooft.
6.4 De tuner bedienen
6.4.1 Zenders opslaan
Om zenders op te slaan, beschikt u over 30 zen-
dernummers.
A – Automatische zenderzoekfunctie
en opslag in het geheugen
Door de automatische functie kan het zoeken en
opslaan van zenders snel en eenvoudig gebeuren.
De tuner doorloopt het ontvangstbereik en slaat de
P-02
.
ontvangen zenders automatisch na elkaar op:
Houd de toets ASM (30) ingedrukt tot de cijfers
van de frequentieweergave doorlopen. Alle zen-
ders zijn automatisch opgeslagen, als de tuner
naar de zender van het zendernummer 1 ge -
schakeld is. Om een andere zender op te roe-
MEM
pen, zie hoofdstuk 6.4.2.
B – Zenders handmatig opslaan
1) Als de frequentie van de gewenste zender
bekend is, kan ze met de afstandsbediening
ingevoerd worden. Als deze niet gekend is,
gaat u verder met bedieningsstap 2.
Voor invoer van de ontvangstfrequentie drukt
u op de toets DIRECT (41) en voert u vervol-
gens de frequentie in met de cijfertoetsen
(40). Ten slotte drukt u opnieuw op de toets
DIRECT. Voorbeelden:
Frequentie
90,50 MHz
98,75 MHz
104,25 MHz
Opmerking: Als een frequentie wordt ingevoerd die
niet in het ontvangstbereik ligt, verschijnt kort
ERROR
(
Ga na de bedieningsstap 3 verder met het
invoeren van de frequentie.
2) Een bepaalde zender kan ook met de zen-
derzoekfunctie gevonden worden. Om de
zoekfunctie te starten, houdt u de toets
DOWN of UP (29) ingedrukt tot de cijfers van
de frequentieweergave doorlopen.
De toets DOWN start de zenderzoekfunctie
achteruit.
De toets UP start de zenderzoekfunctie vooruit.
Bij de volgende zender stopt de zoekfunctie.
Start de zoekfunctie zo vaak als nodig is om
de gewenste zender te ontvangen.
3) Voor de fijnregeling kunt u door kort op de
toets DOWN of UP (29) te drukken, de ont-
vangstfrequentie stapsgewijs verlagen of
verhogen.
4) Om de zender op te slaan, moet u telkens
binnen de vijf seconden op alle overige toet-
sen drukken, anders moeten de volgende
stappen herhaald worden:
a) Druk op het apparaat op de toets MEMO-
RY (28) of op de afstandsbediening op de
toets MEM (28). Op het display rechts on-
deraan knippert het zendernummer.
b) Selecteer het zendernummer voor de in -
gestelde zender:
ofwel stapsgewijs met de toets M-DOWN
of M-UP (42) op de afstandsbediening of
door rechtstreeks selecteren van het sta-
tionsnummer op het apparaat met de toet-
sen 1 – 5 (21) en +5 (27) of op de af -
standsbediening met de toetsen 1 – 10 / 0
(40) en +10 (45). Voorbeelden:
en UP/
(31)
Nr.
4
10
18
22
Toetsen
DIRECT, 9, 10 / 0, 5, 10 / 0, DIRECT
DIRECT, 9, 8, 7, 5, DIRECT
DIRECT, 1, 10 / 0, 4, 2, 5, DIRECT
storing) op het display.
Toetsen op
Toetsen op de
het apparaat
afstandsbediening
4
4
5, +5, +5
10 / 0
3, +5, +5, +5, +5
8, +10
2, +5, +5, +5, +5, +5
2, +10, +10
c) Sluit de opslagprocedure af met de toets
MEMORY of MEM.
5) Om andere zenders op te slaan, herhaalt u de
bedieningsstappen 1 tot 4.
6.4.2 Opgeslagen zenders oproepen
1) Voer het zendernummer waaronder het sta-
tion is opgeslagen, in op het apparaat met de
toetsen 1 – 5 (21) en +5 (27) of op de af stands-
bediening met de toetsen 1 – 10 / 0 (40) en +10
(45). Voorbeelden zie vorige tabel.
2) U kunt de zenders ook oproepen met de toet-
sen M-DOWN en M-UP (42) op de afstands-
bediening. Met de toets M-DOWN schakelt u
naar het vorige zendernummer en met de
toets M-UP naar het volgende zendernummer.
3) In geval van een uitzending in stereo wordt
STEREO
het displaybereicht
Met de toets MO / ST (44) op de afstandsbe-
diening kan dan tussen stereo- en mono-ont-
vangst worden geschakeld.
Opmerking: Als u van mono- naar stereo-ontvangst
schakelt, wisselt op het display de weergave van
MONO
STEREO
licht vertraagd naar
6.4.3 Bijkomende informatie
bij RDS-ontvangst
Als de geselecteerde zender RDS-informatie
(radio data system) uitzendt, wordt op het dis-
play de zendernaam in de plaats van de fre-
quentie en het zendernummer weergegeven.
Met de toets RDS (48) op de afstandsbediening
kunnen extra gegevens op het display weerge-
geven worden:
1ste druk op de toets
© weergave van het programmatype
Als de zender geen programmatype aan-
geeft, verschijnt op het display de melding
PTY NONE
.
2de keer drukken op de toets
© informatie over de huidige track (track-
nummer, uitvoerder) of van de zending
Als er geen informatie wordt gegeven, ver-
RT NONE
schijnt
op het display.
3de keer drukken op de toets © weergave van
de tijd
Als er geen tijd wordt doorgestuurd, geeft
CT NONE
het display
aan. Omdat de tijd
niet permanent wordt doorgestuurd, kan
het na oproepen van de zender enkele
minuten duren vooraleer de tijd weergege-
ven wordt.
4de keer drukken op de toets © kort de ont-
vangstfrequentie en het zendernummer,
dan de naam van de zender (basisinstelling)
6.4.4 De tuner automatisch uitschakelen
Met de toets SLEEP (47) kunt u een tijdsduur
instellen tussen 90 en 10 minuten instellen; na
verstrijken hiervan, schakelt de tuner uit.
1) Druk enkele keren op de toets SLEEP tot de
gewenste uitschakelduur van de tuner op het
display (26) wordt weergegeven. Telkens u
op de toets drukt, neemt de tijd met 10 minu-
ten af. Na het verstrijken van de ingestelde
tijd, schakelt de tuner automatisch uit.
2) Om opnieuw in te schakelen, drukt u op de
toets SLEEP. Op het display verschijnt de
SLEEP-90 MIN
melding
. Druk nu nog een
keer op de toets SLEEP, zodat de melding
SLEEP-90 MIN
gedoofd wordt. Anders is
de uitschakelfunctie opnieuw geactiveerd.
Met de netschakelaar POWER (1) kunt u
het volledige apparaat natuurlijk ook uit- en
opnieuw inschakelen.
Opmerking: Om de uitschakelfunctie vóór het ver-
strijken van de ingestelde tijd te deactiveren, drukt u
op de toets SLEEP, zodat de melding
MIN
van het display verdwijnt.
NL
B
weergegeven.
.
SLEEP-..
27