53
bevestigd aan het snoer. Dit apparaat wordt
getoond in afbeelding 7;
gebruik uw kernboor nooit zonder de PRCD;
controleer of de PRCD op de juiste wijze
functioneert voordat u begint te werken: Dit doet u
door de stekker van de kernboormotor in een
contactdoos te steken en op de groene Reset knop
(M) te drukken: een rode led (L) zal gaan branden,
dit geeft aan dat de kernboor is voorzien van
elektriciteit. Druk dan op de blauwe Test knop (N),
nu zal worden getest of het apparaat op de juiste
wijze
functioneert.
stroomonderbreker in de PRCD de stroomtoevoer
onderbreken,
hierdoor
automatisch naar de uit positie gaan en de rode led
zal uit gaan;
als, tijdens de werkzaamheden, de PRCD de
stroomtoevoer onderbreekt: stop dan met werken,
zet de schakelaar in de OFF positie en breng uw
kernboor
naar
onderhoudsdienst om de oorzaak van het probleem
te laten verhelpen.
Voor kernboormotoren met twee motoren: draagbaar
elektrisch veiligheidsapparaat
De kernboormotor is uitgerust met een draagbaar
elektrisch veiligheidsapparaat, deze bevat: één of
meerdere
contactdozen,
circuitonderbreker en een speciale contactdoos
waar u uw kernboormotor op kunt aansluiten. Dit
apparaat wordt getoond in afbeelding 8;
het apparaat kan worden aangesloten op een 5-pin
contactdoos met een neutrale pin (3-fasen +
neutraal + aarde). In dit geval voorziet u de motor
met alle energie die het nodig heeft. Sluit uw
kernboormotor niet aan op een 4-pin contactdoos
(zonder neutraal);
het apparaat kan tevens worden aangesloten op
een enkelfase netwerk in combinatie met onderdeel
R. Op deze wijze is het maximale vermogen van de
motor afhankelijk van het maximum dat geleverd
wordt via het lichtnet.
Gebruik uw kernboormotor nooit zonder het
veiligheidsapparaat;
controleer of het apparaat op de juiste wijze
functioneert voordat u begint te werken: sluit het
apparaat aan op het lichtnet. De led Q moet
branden, dit geeft aan dat er zich elektriciteit bevind
in het apparaat. Zet dan de schakelaar van de
reststroom circuitonderbreker (S) in de aan positie
("I"). Om het apparaat te testen drukt u op de test
knop (T): de reststroom circuitonderbreker (S) dient
automatisch naar de uit positie ("0") te gaan;
nadat u heeft gecontroleerd of het apparaat op de
juist wijze werkt, zet u de S knop in de AAN positie
en druk de knop (P) in waarmee de contactdozen
van elektriciteit worden voorzien. Met de knop O
verbreekt u de verbinding;
als,
tijdens
werkzaamheden,
circuitonderbreker
elektriciteitsvoorziening verbreekt: stop dan met
boren, draai de AAN/UIT schakelaar naar off
(afbeelding
5.2)
onderhoudsdienst de oorzaak van het probleem
verhelpen.
er bevinden zich twee lampjes aan de
achterkant van de twin-motor kernboormotor zoals
met I staat afgebeeld op afbeelding 5.2. Als beide
lampjes branden werken de twee elektrische
motoren op de juiste wijze. Als één lampje uit is,
betekent dit dat de corresponderende motor een
probleem heeft, de koolborstels zijn bijvoorbeeld
versleten. Als een lampje uitgaat, stop dan met
Als
u
drukt
zal
zal
de
schakelaar
een
geautoriseerde
een
reststroom
de
reststroom
uit
gaat,
en
daarmee
en
laat
een
geautoriseerde
boren en breng de motor naar een geautoriseerde
onderhoudsdienst om het probleem te laten
verhelpen.
AAN/UIT schakelaar
Raadpleeg afbeeldingen 5.1 en 5.2 omtrent het gebruik van
de aan-/uitschakelaar:
enkelfase
schakelaar die staat afgebeeld op afbeelding 5.1;
twin-motor
schakelaar die staat afgebeeld op afbeelding 5.2;
de
Aansluiten op een watervoorziening
Om nat te boren dient u de kernboormotor van water te
voorzien. Raadpleeg afbeelding 2.
Gebruik alleen de waterleiding die geleverd is met
uw kernboormotor. De waterleiding heeft een klep
(C) en een slang snelkoppeling (D);
de maximale waterdruk is 4 bar;
gebruik alleen schoon water;
voorkom dat water in de elektrische motor of
andere elektrische onderdelen komt;
controleer regelmatig of één van de onderdelen van
het watersysteem beschadigd is. Controleer vooral
de klep (C), de slang snelkoppeling (D) en de
waterleiding.
Controles en voorzorgsmaatregelen om
schade aan de constructie of aan het
object te voorkomen
Bespreek voordat u gaat boren, met de bouwopzichter of de
ontwerper om er voor te zorgen dat het boren:
geen schade toebrengt aan de constructie van het
gebouw en dat de structurele eigenschappen van
de constructie niet veranderd worden;
geen schade toebrengt aan water- of gasleidingen
of elektriciteitskabels.
Controles en voorzorgsmaatregelen om
schade door de val van de boorkern te
voorkomen
Controleer voordat u gaat boren, of een mogelijke
val van de boorkern aan de andere kant van de
muur, schade kan veroorzaken. Zet in ieder geval
de ruimte af waar de kern zou kunnen vallen en
geef aan wat het gevaar is;
als een val van de boorkern schade kan aanrichten,
maak dan een systeem dat de kern vasthoudt als
het boren is afgerond.
de
Het kiezen van een boorkroon
De maximum en minimum boorkroondiameters staan
vermeld op het typeplaatje op uw kernboormotor. Gebruik
geen
boorkroon
voorgeschreven.
Waarschuwing: gebruik voor uw veiligheid geen
andere boorkronen dan zijn voorgeschreven voor
uw specifieke toepassing
Per materiaal wordt een ander type boorkroon gebruikt:
raadpleeg uw dealer over het correcte type boorkroon voor
uw toepassing. Een verkeerde keuze of een botte boorkroon
Nederlands
kernboormotoren
kernboormotoren
Waarschuwing: voor uw veiligheid dient u
bekend te zijn met de schakelaar om te
begrijpen hoe u de machine uit kunt
schakelen in een noodsituatie.
met
een
andere
diameter
gebruiken
de
gebruiken
de
dan
is