4. De MA & CONTACT Terminal Interface op elk systeem aansluiten
• Schroef de klem voor de montagekabel 5–7 vast, uitgaand de dikte van de verbindingskabel die voor elk systeem wordt
gebruikt. Bevestig de kabelbinder A zoals in de afbeelding wordt aangeduid zodat de verbindingskabel niet kan worden
bewogen.
Verbindingskabel voor
elk systeem
• De kabels die op de binnenunit worden aangesloten, moeten op de binnenunit worden bevestigd.
Verbindingsvoorbeeld
2Als het dunne gedeelte van de verbindingskabel te lang is, leid
1Bevestig een montagekabelklem 5–6 op het dikke gedeelte van de verbindingskabel en zet deze vast met een schroef 9.
3Sluit het deksel van de besturingskaart van de printplaat van de binnenunit. Installeer het voorpaneel opnieuw en laat de
hoekdoos rechtsonder naar beneden zakken.
• Stel de dip-schakelaars van de interface (SW500–502) in voordat u de stroom inschakelt.
• Als de dip-schakelaars van de interface (SW500–502) niet juist worden ingesteld, werkt het systeem niet correct.
4.1. Centrale bediening (bij aansluiting op een gecentraliseerde aan/uit-afstandsbediening)
Binnenunit
* Raadpleeg de installatiehandleiding voor de gecentraliseerde aan/uit-afstandsbediening.
(Zie de gebruikershandleiding van het desbetreffende systeem voor meer informatie.)
Schroef 8
Kabelbeugels A
deze dan met haken zoals in de afbeelding is aangeduid.
Het dunne deel van de verbindingskabel moet boven de stippellijn
die in de afbeelding wordt weergegeven, worden vastgemaakt.
Haak
Interface-unit 1
TC1
CN560
TC2
TM1
TM2
Montagekabels 5–7
Terwijl u de verbindingskabel een klein beetje
uit de buurt van de dip-schakelaar haalt, stelt u
de dip-schakelaar in.
Het bereik waarbinnen het
dunne deel van de verbindings-
kabel wordt vastgemaakt.
Stippellijn (De positie van de voor-
rand van de besturingskaart van
de printplaat van de binnenunit.)
* Gecentraliseerde aan/
uit-afstandsbediening
TB571
D
C
M
Signaalkabels A op de installatielocatie.
Als de verbindingskabel niet
stevig wordt bevestigd, kan de
connector losraken, afbreken
of defect raken.
Voeding
~/N 220-240 V
50/60 Hz
*Onder-
breker C
Aarde
41