①
Aanraakpaneel en kleuren-LCD
met achtergrondverlichting
De bedieningsinstellingen zullen verschijnen.
Wanneer de achtergrondverlichting uit is,
gaat het scherm naar het Statusdisplay
wanneer u ergens op het display drukt. Door
ergens op het Statusdisplay te drukken gaat
het scherm naar het Hoofddisplay.
AAN/UIT toets
②
Drukken als u de binnenunit wilt in- of
uitschakelen (AAN/UIT).
Instelling toets
③
Drukken als u het Hoofdmenu op het
scherm wilt brengen.
Wanneer de menubediening is vergrendeld,
hebt u een beheerderswachtwoord nodig.
④
toets
◀
Drukken om in de volgende volgorde naar
de volgende instellingenitems te gaan:
lamel, ventilatie, waaier,
ventilatorsnelheid, bedieningsmodus en
vooringestelde temperatuur.
⑤
toets
▶
Drukken om in de volgende volgorde naar
de volgende instellingenitems te gaan:
vooringestelde temperatuur,
bedieningsmodus, ventilatorsnelheid,
waaier, ventilatie en lamel.
⑥
toets
▲ ▼
Drukken om de inhoud van de in ④ and
⑤ hierboven geselecteerde instelling te
wijzigen.
⑦
Sneltoets ventilatorsnelheid
Drukken om direct naar het
instellingenscherm voor de
ventilatorsnelheid te gaan.
⑧
Sneltoets waaier
Drukken om direct naar het
instellingenscherm voor de waaier te
gaan.
⑨
AAN/UIT-lampje
Dit lampje brandt groen zolang de unit
werkt tenzij "LED-verlicht." op "Nee" wordt
gezet. Het knippert wanneer de
afstandsbediening opstart of wanneer er
iets niet in orde is.
Wanneer de Aan/uit-bediening is
vergrendeld, wordt ② niet
weergegeven.
Wanneer het instellingsitem wordt
ingeschakeld met de toets ④ of ⑤ ,
wordt het item niet weergegeven als de
werking van het geselecteerde item is
vergrendeld.
Als de werking van de
ventilatorsnelheid of de waaier is
vergrendeld, wordt item ⑦ of ⑧ niet
weergegeven.
De inhoud van de instellingen kan niet
worden gewijzigd met toets ⑥ wanneer
het instellingsitem centraal wordt
geregeld door de
systeemregeleenheid.
7