3.2
Hoekvoorzetstuk DD-AS
Door het hoekvoorzetstuk is het mogelijk
loodrecht op de lengteas van de machine te
werken (boren, schroeven).
a)
Hoekvoorzetstuk monteren/de-
monteren
Montage
- Zet het hoekvoorzetstuk op de boorspindel
en draai hem zó ver tot hij in de gewenste
stand klikt (aanwijzing: Het hoekvoorzet-
stuk kan in 16 verschillende hoekstanden
worden geklikt).
- Vergrendel het hoekvoorzetstuk door de
bevestigingsring (2.7) vast te draaien met
de wijzers van de klok mee .
Demontage
- Draai de bevestigingsring tegen de wijzers
van de klok in tot aan de aanslag en neem
het hoekvoorzetstuk eraf.
b)
Boorkop op hoekvoorzetstuk
monteren/demonteren
De boorkop wordt op dezelfde manier op de
as (2.6) van het hoekvoorzetstuk bevestigd
als op de boorspindel van de machine.
3.3
Excentervoorzetstuk DD-ES
Het excentervoorzetstuk dient voor de opne-
ming van bits. Hierdoor kan er dichtbij de
rand worden geschroefd.
a)
Excentervoorzetstuk monteren/
demonteren
De montage/demontage van het excenter-
voorzetstuk gebeurt op dezelfde manier als
die van het hoekvoorzetstuk (zie hoofdstuk
3.2).
b)
Gereedschap wisselen
- Trek de ontgrendelingsring (2.8) naar ach-
teren en haal het gereedschap eruit resp.
plaats het gereedschap erin.
3.4
Gereedschapshouder
CENTROTEC WH-CE
De gereedschapshouder CENTROTEC maakt
het dankzij de CENTROTEC-schacht mogelijk
snel van gereedschap te wisselen.
Span CENTROTEC gereedschap niet
op het ronde schachtdeel in een
standaardboorhouder, anders wordt
de schacht beschadigd.
Gevaar voor letsel! Hanteer het ge-
reedschap bij het wisselen heel voor-
zichtig, met het oog op de scherpe
snijkanten ervan, en draag zonodig
veiligheidshandschoenen.
a)
CENTROTEC monteren/demon-
teren
Montage
- Trek de ontgrendelring (2.11) naar vo-
ren, plaats de gereedschapshouder tot de
aanslag op de boorspil (2.5) en laat de
ontgrendelring los.
Demontage
- Trek de ontgrendelring naar voren en ver-
wijder de gereedschapshouder.
b)
Wisselen van gereedschap
- Trek bij het plaatsen resp. het verwijderen
van gereedschap met de CENTROTEC-
schacht de groene ontgrendelring (2.10)
terug. Draai het gereedschap bij het plaat-
sen om totdat de zeskantschacht (2.9)
ervan in de zeskantopname van de boorspil
inklikt en schuif het gereedschap tot de
aanslag in de gereedschapshouder.
3.5
Gereedschapopneming in de
boorspindel
Om de machine lichter en korter te maken
kunnen bits direct in de inbusopneming aan
de binnenkant van de boorspindel (2.5)
worden geplaatst.
4
Accupack opladen.
Voor het laden dient het accupack tot aan
de aanslag in de opberghouder (3.1) van
het oplaadapparaat te worden geschoven.
Het op-geladen accupack kan in tegeno-
vergestelde richting uit het oplaadapparaat
worden genomen. Het accutype dat wordt
gebruikt (NiCd of NiMH) wordt automatisch
herkend. Het oplaadproces wordt via een
microprocessor geregeld. Als een warm
NiMH-akkupack (>37 °C) wordt gebruikt,dan
wordt slechts met gereduceerde laadstroom
geladen. In dit geval wordt de oplaadtijd
langer.
De LED (3.2) geeft de betreffende ge-
bruik-stoestand van het snellaadappa-
raat aan.
38