5.2.2
Nagelpenetratie controleren
1. Controleer de nagelpenetratie met het kaliber.
Resultaat 1 / 3
•
De nagelpenetratie bevindt zich in het voorge-
schreven gebied.
Het vermogen van het apparaat is correct ingesteld.
De controle is beëindigd.
Resultaat 2 / 3
•
De nagelpenetratie is te groot.
▶ Vergroot het vermogen door het wiel voor de
krachtsregeling een stand hoger te draaien.
▶ Wanneer het wiel voor de krachtsregeling zich
al tegen de bovenste aanslag bevindt, - indien
beschikbaar - een krachtiger type patroon aan-
brengen.
Resultaat 3 / 3
•
De nagelpenetratie is te klein.
▶ Verlaag het vermogen door het wiel voor de
krachtsregeling een stand lager te draaien.
▶ Wanneer het wiel voor de krachtsregeling zich
al tegen de onderste aanslag bevindt, - indien
beschikbaar - een minder krachtig type patroon
aanbrengen.
2. Drijf nog een element in.
3. Herhaal de hiervoor genoemde arbeidsstappen, tot de correcte nagelpenetratie is bereikt.
5.2.3
Vermogen instellen
▶ Draai aan het krachtregelingswiel om de gewenste
vermogen in te stellen.
➥ De actuele instelling van het vermogen wordt
weergegeven.
5.2.4
Patronen uit het apparaat verwijderen
1. Druk de patroonstrip in de aanzetrichting zo ver mogelijk naar voren.
2. Trek de patroonstrip uit de patronenuitvoeropening.
5.2.5
Bevestigingselementen uit het apparaat verwijderen
De bevestigingselementen kunnen gewoonlijk in het apparaat achterblijven en hoeven bijvoorbeeld
niet na het stoppen met werken te worden verwijderd.
1. Controleer eerst dat de patronen uit het apparaat zijn verwijderd. → Pagina 42
2. Zet het apparaat op de handgreep.
3. Druk de rode toets op de magazijntoevoer in en laat de nagelstrippen uit het magazijn glijden.
4. Trek met de aanslag ingedrukt de nagelstrook uit het apparaat.
➥ Wanneer de nagelstrip niet uit de standplaat uitsteekt, volg dan de volgende stappen.
5. Plaats het apparaat rechtop in de bedieningspositie.
42
Nederlands
Krachtsregelingswiel
@
Weergave van de ingestelde kracht
;
7
8
2241307
*2241307*