NEDERLANDS
BESCHRIJVING ONDERDELEN
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Stap1. De oplader aan de batterij aansluiten
1. Zet de AAN/UIT-knop in de UIT-stand.
2. Het wisselstroomsnoer mag niet zijn aangesloten.
3. Sluit het zwarte snoer aan op de zwarte aansluiting met een (+) aan de batterijkant van de
oplader. Sluit het andere einde aan op de negatieve terminal op de batterijaansluiting.
4. Sluit het rode snoer aan op de rode aansluiting met een (+) aan de batterijkant van de
oplader. Sluit het andere einde aan op positieve terminal aan de batterijkant.
Stap2. De oplader aanzetten
5. Sluit het wisselstroomsnoer aan op de batterij- en wisselstroomuitgang
6. Zet de AAN/UIT-knop in de AAN-stand.
Stap3. De oplader uitzetten
7. Haal het wisselstroomsnoer uit het stopcontact.
8. Zet de AAN/UIT-knop in de UIT-stand.
9. Verwijder de opladerclip van de batterij
Netvoedingkant
Batterijkant
12
80280 + 80281