Beschrijving van de onderdelen (zie afb.1)
De onderstaande nummers verwijzen naar de afbeelding.
1. As
2. Krukkast
3. Schakelverbinding
4. Vingerdelen
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidswaarschuwingen
en alle instructies in deze gebruiksaanwijzing en in de
gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem. Het niet
volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot
elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst
te kunnen raadplegen.
De termen "koffieoogster" en "gereedschap" in de waarschuwingen
en voorzorgsmaatregelen verwijzen naar de combinatie van het
hulpstuk en het aandrijfsysteem.
De term "motor" in de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
verwijst naar de benzinemotor of elektromotor van het
aandrijfsysteem.
Gebruiksdoeleinden
•
Dit hulpstuk is uitsluitend ontworpen voor het oogsten van
koffiebonen in combinatie met een goedgekeurd aandrijfsysteem.
Gebruik het hulpstuk nooit voor enig ander doel. Misbruik van het
hulpstuk kan leiden tot ernstig letsel.
Algemene voorzorgsmaatregelen
•
Alvorens de koffieoogster te starten, leest u deze
gebruiksaanwijzing en de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem om u bekend te maken met de juiste manier van
omgaan met de koffieoogster.
•
Leen het hulpstuk niet uit aan een persoon met onvoldoende
ervaring met of kennis van het omgaan met een koffieoogster.
•
Wanneer u het hulpstuk uitleent, geeft u altijd deze
gebruiksaanwijzing erbij.
•
Sta niet toe dat kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan 18
jaar de koffieoogster gebruiken. Houd hen uit de buurt van de
koffieoogster.
•
Hanteer de koffieoogster met de hoogstmogelijke zorg en
aandacht.
•
Gebruik de koffieoogster nooit na het gebruik van alcohol of
drugs, of wanneer u zich moe of ziek voelt.
•
Probeer nooit het hulpstuk te wijzigen.
•
Houd u aan de regelgeving zoals die in uw land geldt voor het
hanteren van koffieoogsters.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting
•
Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en
veiligheidshandschoenen om uzelf te beschermen tegen
rondvliegend afval en vallende voorwerpen (zie afb. 2).
•
Draag gehoorbescherming, zoals oorbeschermers, om
gehoorschade te voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en schoenen waarmee veilig kan
worden gewerkt, zoals een werkoverall en stevige schoenen
met antislipzolen. Draag geen losse kleding of sieraden.
Loshangende kleding, sieraden en lang haar kunnen verstrikt
raken in bewegende delen.
Veiligheid op de werkplek
•
Gevaar: Houd de koffieoogster uit de buurt van
hoogspanningsleidingen en communicatiekabels. Als
u een hoogspanningsleiding nadert of aanraakt met
de koffieoogster, kan dat leiden tot de dood of ernstig letsel. Kijk
of er hoogspanningsleidingen of schrikdraadafrasteringen in de
buurt van het werkgebied zijn voordat u met de werkzaamheden
begint.
•
Bedien de koffieoogster alleen bij goed zicht en daglicht. Bedien
de koffieoogster niet in het donker of in mist.
•
Start en bedien de motor alleen buitenshuis op een goed
geventileerde plaats. Gebruik in een gesloten ruimte of op een
slecht geventileerde plaats kan leiden tot de dood als gevolg van
verstikking of koolmonoxidevergiftiging.
•
Tijdens gebruik mag u nooit op een instabiele of gladde
ondergrond of op een steile helling staan. Let in de winter op ijs
en sneeuw, en zorg er altijd voor dat u stevig staat.
•
Houd tijdens gebruik omstanders en dieren ten minste 5 meter
uit de buurt van de koffieoogster. Zet de motor uit zodra iemand
dichterbij komt.
•
Onderzoek het werkgebied op draadafrasteringen, muren en
andere massieve voorwerpen voordat u met de werkzaamheden
begint. Zij kunnen de vingerdelen beschadigen.
•
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit gereedschap
kan stof opwerpen waarin chemische bestanddelen kunnen
zitten die ziekten aan de luchtwegen of andere ziekten kunnen
veroorzaken.
Enkele voorbeelden van deze chemische bestanddelen zijn
verbindingen die gevonden worden in pesticiden, insecticiden en
herbiciden.
Uw risico van deze blootstellingen varieert en hangt af van
hoe vaak u dit soort bewerkingen uitvoert. Om blootstelling
aan deze chemische bestanddelen te verminderen: moeten de
werkzaamheden uitgevoerd worden in een goed geventileerde
werkomgeving en gebruikmakend van goedgekeurd
beschermende hulpmiddelen, zoals stofmaskers die ontworpen
zijn om microscopisch kleine deeltjes te filteren.
In gebruik nemen
•
Alvorens het gereedschap te monteren of af te stellen, zet u de
motor uit en trekt u de bougiekap eraf of verwijdert u de accu.
•
Voordat u de motor start, inspecteert u het gereedschap op
beschadigingen, losse schroeven/moeren en verkeerde montage.
Controleer of alle bedieningshendels en -schakelaars gemakkelijk
kunnen worden bediend. Maak de handgrepen schoon en droog.
•
Probeer nooit de motor te starten als het gereedschap
beschadigd is of nog niet volledig gemonteerd is. Als u zich hier
niet aan houdt, kan ernstig letsel ontstaan.
•
Stel het schouderdraagstel en de handgreep af op de
lichaamsgrootte van de gebruiker.
De motor starten
•
Trek de persoonlijke veiligheidsuitrusting aan voordat u de motor
start.
•
Start de motor op ten minste 3 meter afstand van de plaats waar
u brandstof hebt bijgevuld.
•
Voordat u de motor start controleert u of zich geen personen of
dieren binnen het werkgebied bevinden.
•
Wanneer u de motor start of een accu aanbrengt, controleert u
dat de vingerdelen uw lichaam en andere voorwerpen, zoals de
grond, niet raken. De vingerdelen kunnen gaan bewegen bij het
starten en kunnen ernstig letsel of schade veroorzaken aan de
vingerdelen en/of eigendommen.
•
Zet het gereedschap op een stevige plaats op de grond. Zorg
ervoor dat u een goede balans hebt en dat u stevig staat.
•
Houd het aandrijfsysteem met uw linkerhand stevig tegen de
grond gedrukt en trek aan de trekstarthandgreep. Ga nooit op de
aandrijfas van het aandrijfsysteem staan (zie afb. 3).
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem voor
het starten van de motor.
•
Als de vingerdelen bij stationair toerental bewegen, zet u de
motor uit en verlaagt u het stationair toerental.
Bediening
•
In geval van nood zet u de motor onmiddellijk uit.
•
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situatie opmerkt (bijv.
geluid, trillingen), zet u de motor uit. Gebruik het gereedschap
niet meer totdat de oorzaak is opgespoord en verholpen.
•
De vingerdelen blijven gedurende een korte tijd bewegen
nadat de gashendel van de motor is losgelaten of de motor is
uitgeschakeld. Raak de vingerdelen niet onmiddellijk aan.
•
Terwijl de motor slechts stationair loopt, maakt u het gereedschap
vast aan het schouderdraagstel.
•
Gebruik tijdens het werk het schouderdraagstel. Houd het
gereedschap stevig tegen uw rechterzij (zie afb. 4).
•
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand vast, en houd
de achterhandgreep met uw rechterhand vast, ongeacht of u
links- of rechtshandig bent. Vouw uw vingers en duim om de
handgrepen.
•
Probeer nooit de apparatuur met één hand te bedienen. Als u de
28