VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES — Deze handleiding bevat belangrijke instructies
voor de veiligheid en de bediening van de acculader.
2
Voordat u de acculader gebruikt, moet u alle instructies en waarschuwingen lezen
voor de acculader, het accupack en het product waarvoor de accu wordt gebruikt.
3
WAARSCHUWING — Laad alleen compatibele oplaadbare accu's op, om de
kans op letsel te verkleinen. Andere typen accu's kunnen barsten, waardoor
ernstig letsel en schade kan ontstaan.
4
Zie het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS voor compatibele accu's.
5
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met een
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperking of gebrek aan ervaring en kennis.
6
Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om er zeker van te zijn dat ze
niet met het apparaat spelen.
• Het product mag alleen worden gebruikt voor het opladen van compatibele
accupacks.
• Minimaliseer het gevaar voor elektrische schokken en kortsluiting:
• Stel accupacks niet bloot aan direct zonlicht of warmte. Houd accupacks uit de
buurt van vuur.
• Controleer regelmatig of de accupack-lader en het accupack niet beschadigd zijn.
Beschadigde of gewijzigde accupacks kunnen leiden tot brand, explosiegevaar of
risico van letsel.
• Repareer of open beschadigde accupacks niet.
• Dit product produceert tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder
bepaalde omstandigheden de werking van actieve of passieve medische implantaten
verstoren. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken, raden we personen
met een medisch implantaat aan om contact op te nemen met hun arts en de
fabrikant van het medische implantaat alvorens dit product te gaan gebruiken.
• Controleer regelmatig of de voedingskabel intact is en geen scheuren vertoont.
• Draag het product nooit aan de voedingskabel en trek de stekker nooit uit het
stopcontact door aan de kabel te trekken.
• Houd de voedingskabel en verlengsnoeren uit de buurt van water, olie en scherpe
randen. Zorg ervoor dat de voedingskabel niet vast komt te zitten tussen deuren,
hekken of andere objecten. Hierdoor kan de lader onder spanning komen te staan.
• Vervang de voedingskabel als deze op welke manier dan ook beschadigd is. Gebruik
alleen identieke vervangende onderdelen. De vervanging moet worden uitgevoerd in
het servicecentrum of door een erkende instantie.
• Reinig het accupack of het product nooit met water.
• Laad geen niet-oplaadbare accupacks op in het product.
• Gebruik het product niet in de nabijheid van bijtende stoffen of ontvlambare
materialen. Dek het product niet af. Haal de stekker van het product uit het
stopcontact bij rookontwikkeling of brand.
• Gebruik geen product of accupack dat defect of beschadigd is.
• Laad het accupack alleen binnen op uit de buurt van direct zonlicht. Laad het
accupack niet op in vochtige omstandigheden.
• Gebruik het product niet bij naderend onweer.
• Gebruik de accupack-lader alleen als de omgevingstemperatuur tussen 0 °C (32 °F)
en 40 °C (104 °F) ligt.
30
BELANGRIJKE