2.3 Schakelaar
Aan-/uitschakelaar
Vermogensschakelaar (100%, 70%)
2.4 Handgrepen (met zachte schuimrubber bekleding) (optioneel)
Trillingsgedempte handgreep
Trillingsgedempte, draai- en zwenkbare zijhandgreep
2.5 Smering
Aandrijving en slagmechanisme met gescheiden smeerkamers
In het voorste gedeelte van het slagmechanisme voorkomt een extra smeerkamer dat er stof binnendringt.
2.6 Active Vibration Reduction
Het apparaat is uitgerust met een "Active Vibration Reduction" (AVR) systeem, waardoor de trilling ten opzichte van
de waarde zonder "Active Vibration Reduction" significant wordt gereduceerd.
2.7 Veiligheidsinrichting
Bescherming tegen temperatuur en trillingen door de van de binnenmachine gescheiden kunststof behuizing en
handgrepen.
Elektronische blokkering tegen het onbedoeld in werking treden van het apparaat na een stroomonderbreking (zie
hoofdstuk "Foutopsporing").
Beveiliging van de elektronica tegen te hoge spanning en te hoge temperatuur.
2.8 Aanduidingen met lichtsignaal
Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/Service-indicatie")
Indicatie van het beitelvermogen (zie hoofdstuk "Bediening/ beitelvermogen instellen")
2.9 Inbegrepen bij de standaard leveringsomvang van de standaarduitrusting zijn
1
Apparaat
1
Vet
1
Poetsdoek
1
Handleiding
1
Hilti koffer
2.10 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. Vervang beschadigde verlengsnoeren.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
Netspanning 100 V
Netspanning 110‑127 V
Netspanning 220‑240 V
Gebruik geen verlengsnoer met een draadkern van 1,25 mm² of 2,0 mm².
2.11 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.12 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het
apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en -15% ten opzichte van de nominale
1,5 mm²
50 m
2,5 mm²
25 m
75 m
3,5 mm²
30 m
81
nl