PerfectView M71L
A
LET OP!
Niet-vakkundige kabelmontage en kabelverbinding leiden eventueel tot storingen of
beschadiging van bouwdelen.
Het correcte aanleggen en verbinden van kabels is een voorwaarde voor een duur-
zame en storingsvrije werking van de later aangebouwde onderdelen.
Neem de volgende instructies bij het aanleggen van de aansluitkabels in acht:
•
Gebruik voor de doorvoer van de aansluitkabels indien mogelijk originele doorvoeren of
andere doorvoermogelijkheden, zoals ventilatieroosters. Als er geen doorvoeren zijn, moet u
een gat van ∅ 22 mm boren. Controleer van tevoren of er voldoende ruimte is voor de boor
aan de achterkant (afb. 2, pagina 4).
Dek de boring af met de doorvoering (afb. b 1, pagina 7) in de bodemplaat van de monitor-
•
houder.
•
Om schade aan de kabel te vermijden, houdt u bij het plaatsen van de kabels altijd voldoende
afstand tot hete voertuigdelen (lampen, verwarming, ventilatoren enz.).
Let er bij het leggen van de kabels (afb. 3, pagina 4) op dat deze
•
– niet te sterk worden geknikt of verdraaid,
– niet langs randen schuren,
– niet zonder bescherming door openingen met scherpe kanten worden gelegd.
Monitor als achteruitrijvideosysteem aansluiten (afb. d, pagina 8)
➤ Monteer de aansluitkabel van de monitorhouder op het dashboard.
➤ Steek de stekker van de monitorkabel (2) in de bus (4) van de aansluitkabel (3).
De stekker moet hoorbaar vastklikken.
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
Let bij het aansluiten op de spanningsbron op de juiste poling.
➤ Sluit de rode en zwarte kabel van de aansluitkabel aan op een geschikte spanningsbron:
– Sluit de rode kabel (5) op klem 15 (contact) aan.
– Sluit de zwarte kabel (6) op klem 31 (massa) aan.
➤ Als de monitor bij het inschakelen van de achteruitversnelling geactiveerd moet worden, sluit
u de groene kabel (7) op de plusleiding van het achteruitrijlicht aan.
I
INSTRUCTIE
Als er aan de groene kabel (7) spanning is, wordt de achteruitrijcamera geactiveerd.
De achteruitrijcamera heeft voorrang.
➤ Als de monitor bijv. bij het inschakelen van het knipperlicht geactiveerd moet worden, sluit u
de volgende stuurkabel op een plusleiding van de knipperlichten aan:
– witte kabel (8), blauwe kabel (13)
NL
LCD-monitor monteren
87