WR ReWiSo Instrucciones De Montaje página 187

i Inhoud
Beschrijving ........................................... 188
Omvang van de levering ......................... 188
Procedure voor ingebruikname ............... 188
Aansluitings- en besturingsmogelijkheden . 188
Overzicht van beschikbare
automatische functies ............................. 189
Bediening ............................................... 190
Toetsen en displaysymbolen van het
weergegevensdisplay .............................. 190
Weergave van licht en windsnelheid ...... 191
Manuele bediening .................................. 192
Automatische functies afstellen .......... 193
De instellingen worden in deze
volgorde achtereenvolgens uitgevoerd.
A. Licht voor schaduwfunctie .................. 195
B. Uitschuifvertraging .............................. 196
C. Inschuifvertraging ............................... 196
D. Binnentemperatuurblokkering ............ 197
E. Buitentemperatuurblokkering ............. 198
F. Windalarm .......................................... 199
- Tabel: Windsnelheid ......................... 200
G. Regenalarm ........................................ 200
H. Automatische instellingen opslaan ..... 201
Basisafstelling ....................................... 202
De instellingen worden in deze
volgorde achtereenvolgens uitgevoerd.
1. Radiografische verbinding naar het
weerstation ......................................... 204
2. Draairichting van de motor ................. 205
3. Schuifrichting ...................................... 206
4. Schuifbevel bij wind- of regenalarm ... 207
5. Zenden van weer- en
automatische gegevens ..................... 208
6. Schaduwpositie .................................. 209
6.1 Ingeschoven positie ....................... 210
6.2 Instellen van de gewenste positie ... 210
6.3 Lamellenhoek ................................ 211
7. Basisafstelling opslaan ....................... 211
Veiligheidsaanwijzingen bij de
automatische en alarmfuncties ............... 212
Installatie en ingebruikname ................ 213
Installatie van het weerstation en
aansluiting van de aandrijving ................ 214
Montageplaats ......................................... 214
Montage van de houder .......................... 214
Voorbereiding van het weerstation ......... 215
Aansluiting van de spannings-
voorziening en de aandrijving ................. 216
Het weerstation aanbrengen ................... 217
Opmerkingen over de installatie van
het weerstation ........................................ 218
Installatie van het bedieningselement ... 218
Aanwijzingen over de zendsystemen ... 218
Ingebruikname ....................................... 219
Sensoren testen .................................... 220
Lichtsensor testen ................................... 220
Windsensor testen ................................... 220
Regensensor testen ................................ 221
Temperatuursensoren testen .................. 221
Service ..................................................... 222
Onderhoud ............................................... 222
Weerstation .............................................. 222
Bedieningselement .................................. 222
Batterijen plaatsen (bedieningselement) ... 222
Foutmeldingen ......................................... 223
Servicegegevens uitlezen ....................... 225
Fabrieksinstellingen ............................. 225
Afkortingen ............................................. 226
Technische gegevens ........................... 226
Bedieningselement .................................. 226
Weerstation .............................................. 226
Overzicht van de aansluitingen
van het weerstation ................................. 227
Aanzicht van de achterwand en
boorplan van het weerstation .................. 228
Aanzicht van de achterwand en
boorplan van het bedieningselement ..... 229
Aansturing van meerdere aandrijvingen
in een groep .............................................. 230
Persoonlijke instellingen voor de
automatische functies .......................... 230
Garantiebepalingen ............................... 230
NL
187